U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscale eenheid2. De keuze voor een fiscale eenheid VPB2.3 Nadelen van een fiscale eenheid VPB

2.3 Nadelen van een fiscale eenheid VPB

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: oktober 2015

belasting-nadeel

Voordat u besluit om wel of geen fiscale eenheid aan te gaan, zult u de voor- en nadelen tegen elkaar moeten afwegen. Een van de nadelen is gelegen in het deels mislopen van het lage belastingtarief. Binnen een fiscale eenheid profiteert u slechts één keer van het lage tarief van 20% in de VPB voor winsten tot en met € 200.000. Bij vier bv’s die geen fiscale eenheid vormen, kan dit tariefopstapje vier keer worden gebruikt, terwijl dit bij een fiscale eenheid maar één keer kan, wat een belastingnadeel oplevert. Een ander punt waarmee u rekening moet houden, is dat alle bv’s in de fiscale eenheid hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de te betalen VPB van die fiscale eenheid.

2.3.1 Mislopen van investeringsaftrek

investeringsaftrek

investeringsbedrag

Net zoals u de winsten bij elkaar moet optellen, moet u voor de investeringsaftrek alle investeringen van de fiscale eenheid bij elkaar optellen. De investeringsaftrek geldt dus niet voor elke bv apart. Hierdoor loopt u grote kans dat de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek lager uitvalt of dat de fiscale eenheid de aftrek zelfs helemaal misloopt, doordat het gezamenlijke investeringsbedrag boven de grens uitkomt die geldt voor toepassing van de investeringsaftrek (in 2015: € 309.693), terwijl de investeringsbedragen van de afzonderlijke bv’s onder deze grens zouden zijn gebleven. Oók als u onder de grens van € 309.693 blijft, valt de totale aftrek in de meeste gevallen lager uit, aangezien het aftrekpercentage lager is naarmate het investeringsbedrag hoger is.

2.3.2 Beperkingen rond de verliesverrekening

verlies-
verrekening

winsten

Een nadeel van de fiscale eenheid wordt gevormd door de beperkingen die gelden voor de zogenoemde (verticale) verliesverrekening. Fiscaal compensabele verliezen uit de periode vóór (en na) de fiscale eenheid kunt u niet zonder meer verrekenen met winsten die tijdens de fiscale eenheid zijn behaald, en omgekeerd. Met andere woorden: als een dochter-bv vóór het aangaan van de fiscale eenheid verliezen heeft geleden die nog niet zijn verrekend, kunt u deze verliezen alleen verrekenen met winsten van de fiscale eenheid voor zover deze winsten door de dochter-bv zelf zijn behaald. De winsten van de andere bv’s moeten hierbij buiten beschouwing blijven.

Het uitgangspunt is dat u niet méér mag verrekenen dan mogelijk zou zijn geweest als de dochter-bv niet tot de fiscale eenheid had behoord.

Liquidatie dochteronderneming

liquidatie-
verlies

Binnen een fiscale eenheid mag u bij de liquidatie van een dochteronderneming geen liquidatieverlies nemen. Dit heeft een boekhoudkundige achtergrond: de post ‘deelneming’ komt niet voor op de balans van de moedermaatschappij. De dochter maakt namelijk een integraal onderdeel uit van de balans van de moeder. De deelneming is immers bij aanvang van de fiscale eenheid ‘vervangen’ door alle activa en passiva van de dochtermaatschappij.