1.3 Een verbonden lichaam/persoon
verbonden lichamen
belang
Buiten de holdingstructuur kunt u binnen andere samenwerkingsvormen een fiscale eenheid vormen. Dit kan bijvoorbeeld binnen een groep of bij een deelneming. Als hiervan sprake is, heeft u te maken met verbonden lichamen. Om te bepalen of een bv een verbonden lichaam is, speelt het belang een belangrijke rol. Er is sprake van een verbonden lichaam/persoon als:
- uw bv een belang heeft van minstens een derde in een andere bv (dochtermaatschappij); of
- een andere bv een belang heeft van minstens een derde in uw bv (moedermaatschappij); of
- een andere (lichaam of persoon) bv een belang heeft van minstens een derde in uw bv en daarnaast ook voor een derde een belang heeft in een andere bv (zustermaatschappij). Uw bv en de zuster-bv zijn dan verbonden; of
- het belastingplichtige lichaam met het andere lichaam onderdeel is van een fiscale eenheid.
Voorbeeld indirect belang
direct aanmerkelijk belang
stemrecht
Sanne Sprinter bezit 75% van de aandelen in Sprinter bv en heeft een direct aanmerkelijk belang. Sprinter bv heeft 40% van de aandelen in De Lange bv. Sanne heeft daarmee een indirect aanmerkelijk belang in De Lange bv van 75% x 40% = 30%. Naast het financiële belang kunnen ook het stemrecht en de aard van de aandelen een rol spelen. De begrippen omvatten zowel directe als indirecte relaties. Als zeggenschap en financieel belang niet evenredig zijn verdeeld, kan een situatie ontstaan waarbij meer dan drie personen een belang van een derde hebben.
Wanneer is sprake van een deelneming?
- U bent voor ten minste 5% van het nominaal gestorte kapitaal aandeelhouder van een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld (bijvoorbeeld een nv of bv).
- U bezit ten minste 5% van het aantal bewijzen van deelgerechtigdheid dat in omloop is in een fonds voor gemene rekening.
- U bent lid van een coöperatie of van een vereniging op coöperatieve grondslag.
- U neemt als commanditair vennoot voor ten minste 5% deel in een open commanditaire vennootschap.
- U bezit aandelen die een stemrecht van ten minste 5% vertegenwoordigen in een vennootschap die in een EU-lidstaat is gevestigd (voorwaarde hierbij is dat met deze lidstaat een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting is gesloten dat voorziet in een verlaging van belastingheffing op dividenden op grond van het aantal stemrechten.
- U heeft een deelneming door gelijkstelling: de meesleepregeling.
- U heeft een deelneming door de meetrekregeling..
De meesleepregeling
meesleep-regeling
Bij een deelneming kunt u te maken krijgen met de meesleepregeling. Bij deze regeling kunnen onder de deelneming ook de eventuele winstbewijzen van de bv en de zogenoemde deelnemerschapsleningen vallen.
Als een moedermaatschappij 10% van de aandelen in de dochter houdt en daarnaast nog enkele winstbewijzen heeft, maken deze winstbewijzen ook deel uit van de deelneming.
De meetrekregeling
meetrek- regeling
Deze regeling houdt in dat als sprake is van een kleiner belang dan 5%, dit belang toch een deelneming kan vormen als het zogenoemde verbonden lichaam al een deelneming heeft. De meetrekregeling brengt daarmee een versoepeling van het 5%-vereiste aan. Dit speelt als u:
- aandeelhouder bent in een met u verbonden lichaam, zoals hiervoor vermeld;
- aandeelhouder bent in een bv waarin een met u verbonden lichaam een deelneming heeft;
- een hybride lening heeft verstrekt aan een bv en een met u verbonden lichaam een deelneming heeft in die bv;
- een hybride lening verstrekte aan een verbonden bv;
- een winstbewijs heeft van een bv waarin een met u verbonden lichaam een deelneming heeft;
- een winstbewijs heeft van een met u verbonden lichaam.
deelneming
Als een verbonden lichaam dus een deelneming houdt, valt ook het belang van de belastingplichtige dat lager is dan 5% onder de deelnemingsvrijstelling.
Toepassing van de meetrekregeling
In de situatie dat een moedermaatschappij alle aandelen bezit in de dochtermaatschappij en beide een belang van 4% in een (klein)dochtermaatschappij houden, is de meetrekregeling niet van toepassing. Ze hebben allebei geen deelneming, zodat er geen sprake is van iets meetrekken. Maar als de moeder een belang houdt van 3% in de (klein)dochter en de dochter 5% bezit, geldt de meetrekregeling wel. De aandelen van de (klein)dochter vormen dan voor de moeder een deelneming, omdat de aandelen van de dochter al een deelneming vormen.