U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscaal strafrecht7. Enige strafrechtelijke ­onderwerpen7.4 Deelnemingsvormen

7.4 Deelnemingsvormen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: december 2018

strafrechtelijk aansprakelijk

Het is echter onjuist dat uitsluitend die personen die de impliciete of expliciete kwaliteit bezitten de in artikel 69 en 69a AWR vermelde misdrijven kunnen plegen. Via de hierna te bespreken verschillende deelnemingsvarianten, is het mogelijk dat ook niet-belastingplichtigen (of aangifteplichtigen), die zelf dus niet over de vereiste kwaliteit beschikken om het fiscale delict te plegen, strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld.

Pleger

fysieke dader

Hij die een strafbaar feit begaat, is de pleger van een delict. Een pleger kan de vorm hebben van een fysieke dader en een functionele dader (zie paragraaf 7.5.3). In fiscale strafzaken is dit in de regel de belastingplichtige.

Ook anderen om de pleger heen kunnen een bijdrage leveren aan het gepleegde strafbare feit. In dat geval kunnen zij als een zogenoemde deelnemer medeverantwoordelijk zijn.

Bijdrage leveren

Naast de pleger kan ook iemand die (voldoende) bijdraagt aan het plegen van fiscale fraude als een medepleger, functionele dader, doen pleger, uitlokker of medeplichtige worden bestraft. In dit themadossier komen de meest voorkomende varianten aan bod.

7.4.1 Medeplegen

samenwerking

Voorwaarde voor strafrechtelijke aansprakelijkheid via medeplegen is dat sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Wie de feitelijke strafbare handelingen (uiteindelijk) heeft verricht, is van minder belang: het accent ligt op de samenwerking.

dienstverlener

Niet alleen de belastingplichtige, maar ook de dienstverlener die een ‘advies over het randje’ geeft loopt hierdoor een risico. Een medepleger is medeverantwoordelijk voor het strafbare feit.

Moment van de bijdrage

Een medepleger levert meestal een bijdrage tijdens het (gezamenlijk) begaan van het strafbare feit. Dit is echter niet noodzakelijk. De bijdrage kan ook zijn geleverd voor, tijdens of zelfs na het strafbare feit.

Nauwe en bewuste samenwerking

geen algemene regels

Of sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking hangt af van de omstandigheden van het geval. Hiervoor gelden geen algemene regels. De Hoge Raad geeft wel een aantal aandachtspunten. De intellectuele of materiële bijdrage aan het delict moet van voldoende gewicht zijn.

minder ­gewicht

Ter illustratie is in de jurisprudentie verwezen naar het bestanddeel ‘in vereniging plegen’ bij openlijke geweldpleging. Hiervan is sprake als een verdachte ‘een voldoende significante of wezenlijke bijdrage’ heeft geleverd, waarbij deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard hoeft te zijn geweest. Een bijdrage van minder gewicht kan tot de deelnemingsvorm ‘medeplichtigheid’ leiden als de inbreng van de deelnemer bestond uit (niet meer dan) het bevorderen of vergemakkelijken van een door een ander begaan misdrijf.

Bestaat het medeplegen niet uit een gezamenlijke uitvoering, dan zal de rechter nauwkeurig moeten motiveren waarom toch sprake is van medeplegen.

Afweging door rechter

rekening ­houden met

Bij de afweging of sprake is van een (voldoende) nauwe en bewuste samenwerking, houdt de rechter rekening met:

  • de intensiteit van de samenwerking;
  • de onderlinge taakverdeling;
  • de rol in de voorbereiding;
  • de uitvoering of de afhandeling van het delict;
  • het belang van de rol van de verdachte;
  • de aanwezigheid van de verdachte op belangrijke momenten.

Adviseur vervolgen voor onjuiste aangifte

bijdrage

Een adviseur (facilitator) die een advies geeft over een constructie om belasting te ontwijken, kan dus vanwege zijn bijdrage vervolgd worden voor de onjuiste aangifte van zijn klant. Het is zelfs zo dat een adviseur een verwijt kan krijgen dat er niet is voldaan aan de informatieverplichtingen.

Facilitator

niet betrokken

Hiervoor is wel vereist dat hij daartoe mede (voorwaardelijk) opzet had en een bijdrage heeft geleverd aan de overtreding. Dit geldt zelfs ook als de fiscale dienstverlener bij de uitvoering van zijn advies op geen enkele wijze (meer) is betrokken. Het OM kan uiteindelijk zelfs besluiten om alleen de facilitator te vervolgen.

Opzet

Medeplegen is alleen mogelijk bij opzet van de mededader. Voor een veroordeling is het echter niet nodig om het opzet van de medepleger te bewijzen. Zelfs niet als de mededader de kwaliteitsdrager is.

7.4.2 Medeplichtigheid

misdrijf

Medeplichtigheid is alleen strafbaar bij een misdrijf (dus niet bij overtredingen). Het maximum van de hoofdstraffen wordt bij medeplichtigheid met een derde verminderd. In fiscale strafzaken komt deze deelnemingsvorm dan ook slechts voor bij een van de misdrijven van artikel 69 AWR.

Het onderscheid met de nauwe en bewuste samenwerking bij medeplegen is vaak flinterdun. Uit de jurisprudentie blijkt dat er minder snel sprake is van medeplegen. Hierdoor is er meer ruimte voor medeplichtigheid.