U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscaal strafrecht7. Enige strafrechtelijke ­onderwerpen7.3 Kwaliteitsdelicten

7.3 Kwaliteitsdelicten

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: december 2018

elke persoon

Het gros van de delictsomschrijvingen richt zich tot iedereen: voor elke persoon geldt dat hij geen strafbare feiten mag plegen zoals vernieling, diefstal, en mishandeling. Iedereen kan ook een dergelijk strafbaar feit plegen.

Beperkte groep

bepaalde ­kwaliteit

Er zijn ook delictsomschrijvingen die zich alleen richten tot een beperkte groep rechtssubjecten met een bepaalde hoedanigheid. Dergelijke delicten, die alleen kunnen worden gepleegd door een rechtssubject met een bepaalde, in de delictsomschrijving genoemde kwaliteit, zijn kwaliteitsdelicten.

7.3.1 Expliciete kwaliteitsdelicten

beperking aantal personen

De eerste twee leden van artikel 69 AWR verwijzen beide naar gedragingen die in het eerste lid van artikel 68 AWR strafbaar zijn gesteld. Over deze gedragingen kunt u in hoofdstuk 5 meer lezen. De aanhef van het eerste artikellid heeft onder andere het bestanddeel ‘ingevolge de belastingwet verplicht’. Dit bestanddeel beperkt het aantal personen tot wie de norm zich richt. Immers, alleen diegenen met de specifieke kwaliteit van belastingplichtige kunnen de in dit artikel omschreven delicten plegen. De in het eerste lid van artikel 68 AWR omschreven delicten waar de eerste twee leden van artikel 69 AWR naar verwijzen zijn expliciete kwaliteitsdelicten.

7.3.2 Impliciete kwaliteitsdelicten

niet in artikel 68 AWR

In artikel 69 AWR worden ook strafbare gedragingen genoemd die niet in artikel 68 AWR staan genoemd. Er bestaat discussie of het opzettelijk niet, niet binnen de daarvoor gestelde termijn (artikel 69, eerste lid, AWR) of het onjuist of onvolledig doen van aangifte (het eerstgenoemde delict van artikel 69, eerste lid, AWR en artikel 69, tweede lid, AWR) ook kwaliteitsdelicten zijn. In deze delictsomschrijvingen is het bestanddeel ‘bij de belastingwet voorziene aangifte’ opgenomen. Uit de wetsgeschiedenis is af te leiden dat u hierin een impliciet kwaliteitsdelict moet lezen.

Hoge Raad

derde

In de jurisprudentie werd deze lijn aanvankelijk bevestigd. In twee latere arresten stapte de Hoge Raad echter van deze lijn af. Het is van belang om op te merken dat beide uitspraken zagen op gevallen waarin een derde namens een belastingplichtige aangiften deed, zonder dat deze laatste hiervan wetenschap had.