2.3 Grenzen aan de informatieverplichting
niet doorkruisen
Hoewel de informatieverplichting nagenoeg onbegrensd lijkt, zijn er wel zaken die buiten deze verplichting vallen.
2.3.1 Beginselen van behoorlijk bestuur
marginale toetsing
De informatieverplichting kan ingeperkt worden door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, evenredigheidsbeginsel en het verbod op misbruik van bevoegdheden). Voor de belastingrechter is echter maar een marginale toetsing mogelijk. Een andere inperking is te herleiden uit de algemene beginselen van behoorlijk procesrecht. Zo is het doen van een informatieverzoek terwijl een zaak al in de beroepsfase bij de belastingrechter loopt uit den boze.
Op het moment dat u vindt dat u niet hoeft te voldoen aan de informatie- of administratieplicht, kan de inspecteur een informatiebeschikking opleggen. Tegen een dergelijke informatiebeschikking kunt u bezwaar en beroep aantekenen.
2.3.2 Verschoningsgerechtigden
volledig open
Voor bepaalde beroepsbeoefenaren is het noodzakelijk dat mensen volledig open kunnen zijn. Zo zal een patiënt die zich belemmerd voelt om al zijn klachten aan een dokter te vertellen, mogelijk een verkeerde diagnose krijgen. Het is daarom van het groot belang dat hij zijn klachten kan vertellen aan de arts, zonder dat deze op straat komen te liggen.
Beroepsgeheim
discussie
strafbaar
Een dergelijke beroepsbeoefenaar heeft om die reden een beroepsgeheim. Naast de arts, hebben ook de bekleders van een geestelijk ambt, notarissen, advocaten en apothekers een beroepsgeheim. Ondanks de nodige discussie hierover, zijn belastingadviseurs en accountants geen verschoningsgerechtigden. Schending van een beroepsgeheim kan tot allerhande tuchtrechtelijke kwesties leiden. Daarnaast is schending van het beroepsgeheim strafbaar.
Informatieverplichting
De informatieverplichting mag het beroepsgeheim niet doorkruisen. Op het moment dat een advocaat informatie moet verstrekken die onder het beroepsgeheim valt, dan mag hij weigeren om aan de informatieplicht te voldoen. In de regel is de beroepsbeoefenaar hiertoe zelfs ook verplicht.
Weigeren
zonder consequenties
Schending van een beroepsgeheim kan tot tuchtrechtelijke kwesties leiden en zelfs tot strafrechtelijke vervolging. In de wet is daarom opgenomen dat geheimhouders het verstrekken van informatie voor de belastingheffing van derden zonder consequenties kunnen weigeren. Over de vraag wat onder een beroepsgeheim valt, bestaat nog weleens discussie. Als de informatie van de derde is verkregen uit hoofde van uw stand, ambt of beroep, hoeft u deze informatie niet te verstrekken. Hierbij hoeft u geen onderscheid te maken tussen vertrouwelijke of minder vertrouwelijke informatie.
Het is in principe aan de geheimhouder zelf om te bepalen of informatie die aan hem is toevertrouwd een beperking in het verschoningsrecht van de betreffende geheimhouder rechtvaardigt.
Uitzondering
geheimhouder
Op het moment dat de geheimhouder zelf onderwerp van onderzoek is of op het moment dat informatie over een derde niet uit hoofde van het bijzondere beroep is verkregen, geldt deze beperking niet. Advocaten en notarissen die zich ook bezighouden met het geven van fiscale adviezen, moeten een strikt onderscheid aanhouden met betrekking tot deze werkzaamheden (in het kader van de WWFT).
Verschillende informatie wel gescheiden bewaren
inzien
Hiervoor is al uiteengezet dat u informatie uit geheimhouderswerkzaamheden strikt gescheiden moet bewaren. U voorkomt zo dat de fiscus deze bij een controle kan inzien. In dit kader is het ook van belang dat de administratie of andere stukken die een geheimhouder onder zich heeft die niet voortkomen uit geheimhouderswerkzaamheden, niet onder het verschoningsrecht vallen. Het stallen van een administratie bij een geheimhouder biedt dus weinig soelaas.
2.3.3 Afgeleid verschoningsrecht
informatieverplichting
Het komt nog weleens voor dat belastingplichtigen zich niet realiseren dat informatie aan en van een geheimhouder, zoals bijvoorbeeld correspondentie met een notaris of een opinie van een advocaat, ook onder het verschoningsrecht valt. De informatieverplichting bestaat dus niet ten opzichte van deze informatie. Om te voorkomen dat hierover onduidelijkheid bestaat, is het van belang om bijvoorbeeld de correspondentie met een advocaat afgescheiden te bewaren.
E-mailcorrespondentie
aanhoorder
De jurisprudentie stelt dat e-mailcorrespondentie waarin een advocaat direct is ingekopieerd in principe valt onder het verschoningsrecht. Op het moment dat een advocaat ‘slechts’ in de (b)cc is opgenomen, is er geen sprake van geheimhoudersinformatie. De achterliggende gedachte is dat het enkel als aanhoorder betrekken van een geheimhouder bij de correspondentie of besprekingen er niet toe leidt dat de informatie die u uitwisselt automatisch onder het afgeleid verschoningsrecht valt.
Andersom is het wel zo dat op het moment dat een verschoningsgerechtigde de hulp inroept van een belastingadviseur of een accountant, ze voor deze werkzaamheden wel een afgeleid verschoningsrecht hebben.
2.3.4 Uitzonderingen op het verschoningsrecht
derdenrekening
Een uitzondering op het verschoningsrecht is dat met het oog op het bestrijden van onder andere belastingfraude een inperking is aangebracht met betrekking tot derdenrekeningen van notarissen. Met een derdenrekening houdt de notaris gelden van klanten gescheiden van het eigen kantoorvermogen. Notarissen zijn voor deze rekening verplicht om namen, adressen en woonplaatsen van betrokken personen te verstrekken. Daarnaast moet de notaris informatie verschaffen over de aard van de transacties.
Identificeren
ongebruikelijke transacties
Als gevolg van de nieuwe witwaswetgeving moeten ook de klassieke geheimhouders hun klanten identificeren. Deze geheimhouders moeten verder ook ongebruikelijke transacties melden bij de Finance Intelligence Unit Nederland (FIU Nederland). Hiervan mogen ze hun klanten niet op de hoogte brengen. Het niet voldoen aan deze verplichting is een strafbaar feit dat kan leiden tot een strafrechtelijke vervolging of oplegging van een bestuurlijke boete.
Uitzondering meldingsplicht
belemmering
Een zeer belangrijke uitzondering op deze meldingsplicht geldt voor werkzaamheden in het kader van een procedure dan wel het vaststellen van iemands rechtspositie voor een (mogelijke) procedure. Deze uitzondering is in de wet opgenomen om te voorkomen dat rechtzoekenden enige belemmering voelen om bijvoorbeeld een advocaat te consulteren als zij te maken krijgen met een (strafrechtelijke) procedure.
Zodra sprake is van een procedure, mogen verdachten zich met betrekking tot vragen die zien op het (mogelijk) opleggen van een straf beroepen op het verschoningsrecht. Verdachten hoeven zich niet zelf te incrimineren.