4.1 Vormen van loon

auto

De volgende zaken moet u in ieder geval altijd aanmerken als loon van de werknemer:

• vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die u niet als eindheffingsloon heeft aangewezen;
• het deel van de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen dat boven de 30% van de gebruikelijkheidstoets uitkomt (zie paragraaf 4.2);
• het rentevoordeel inclusief de kosten van een personeels -lening voor een eigen woning waarvan de rente aftrekbaar is in de inkomstenbelasting;
• vergoedingen voor een boete die een werkgever heeft gekregen;
• een auto van de zaak;
• een (dienst)woning;
• loon uit vroegere dienstbetrekking (zoals pensioen).

4.1.1 Geen loon

niet onder de WKR

Niet elk voordeel dat de werknemer uit zijn dienstbetrekking geniet valt onder het loonbegrip. Er zijn bepaalde zaken die geen loon vormen, en dus niet onder de WKR vallen. Dat is dus iets anders dan zaken die op zich wel loon zijn, maar onder voorwaarden geen belast loon vormen. De volgende zaken zijn niet aan te merken als loon van de werknemer:

• vergoedingen voor intermediaire kosten;
• voordelen buiten de dienstbetrekking.

Intermediaire kosten

voorgeschoten

Er zijn situaties waarin de werknemer in opdracht van de bv bepaalde kosten voor zijn rekening neemt. De vergoedingen hiervoor – feitelijk terugbetalingen van wat de werknemer heeft voorgeschoten – vormen geen loon en kan uw bv de werknemers dan ook onbelast geven.

Buiten de dienstbetrekking

persoonlijke relatie

Er zijn bepaalde vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers denkbaar die niet vanuit de relatie werkgever-werknemer worden gegeven, maar vanuit de persoonlijke relatie of uit medeleven. Denk bijvoorbeeld aan een bosje bloemen of een fruitmand bij ziekte (waarde maximaal € 25 inclusief BTW). Er is dan sprake van een voordeel buiten de dienstbetrekking. Dit voordeel is niet aan te merken als loon vanwege het ontbreken van de relatie met het dienstverband.

4.1.2 Geen belast loon

eigen bijdrage

Er zijn ook diverse zaken die volgens de hoofdregel wél loon zijn, maar die onder omstandigheden geen belast loon vormen en daardoor alsnog niet onder de WKR vallen. Dat is dus iets anders dan zaken die sowieso geen loon zijn. Hierbij gaat om de volgende zaken:

• nihilwaarderingen (zie paragraaf 4.3);
• gerichte vrijstellingen (zie paragraaf 4.4);
• vrijgestelde aanspraken, uitkeringen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen (hieronder valt bijvoorbeeld de diensttijduitkering en de vergoedingen van minder dan € 5.000 aan uw partner voor arbeid in uw onderneming);
• verstrekkingen en terbeschikkingstellingen waarvoor de werknemer een eigen bijdrage ter waarde van ten minste de (factuur)waarde betaalt.