5.5 Premie
financiering
Zoals u in paragraaf 3.2 al kon lezen, draagt uw onderneming via twee verschillende premies bij aan de financiering van de WIA/WAO-lasten.
Basis
opslag
Sowieso betaalt u een basispremie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) van 6,77%. Deze premie is voor alle werkgevers hetzelfde. Bij deze premie komt een opslag van 0,50% voor kinderopvang, waardoor de basispremie Aof in totaal op 7,27% uitkomt (in 2020).
Gedifferentieerd
premiecomponent
Daarnaast betaalt u een gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk). Hierin zit een premiecomponent WGA en een premiecomponent ZW voor flexibele dienstverbanden (ZW-flex).
maak bezwaar
Het is de Belastingdienst die het gedifferentieerde premiepercentage Whk voor ondernemingen vaststelt. Hiervoor zijn werkgevers ingedeeld in drie categorieën: klein, middelgroot en groot. Voor elke categorie wordt de gedifferentieerde Whk-premie op een andere manier vastgesteld. Aan het eind van elk premiejaar ontvangt u een beschikking (als (middel)grote werkgever) of een mededeling (als kleine werkgever) met daarin de premiepercentages die voor het komende jaar gelden. Controleer deze gegevens altijd goed en maak bezwaar als ze niet kloppen! Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat bepaalde uitkeringen ten onrechte aan uw organisatie zijn toegerekend en in uw premie doorwerken.
U mag maximaal de helft van de premiecomponent WGA verhalen op uw werknemers. Dit moet dan gebeuren van hun nettoloon. Als u geen gebruikmaakt van deze mogelijkheid, hoeft u de niet-verhaalde premie niet als voordeel in de loonheffingen te betrekken.
Klein
sectorpremie
Voor kleine werkgevers geldt een sectorpremie voor de premiecomponenten WGA en ZW-flex. In 2020 kwalificeert u als kleine werkgever als u in 2018 een premieloon van maximaal € 337.000 had. Ook als uw organisatie in 2019 of 2020 is gestart als werkgever – waarbij geen sprake van overgang van onderneming was – geldt u als een kleine werkgever.
Groot
individueel
gewogen gemiddelde
De fiscus stelt de premiepercentages voor de gedifferentieerde premiecomponenten WGA en ZW-flex voor grote werkgevers individueel vast. Dat betekent dat het premiepercentage afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidsrisico in de onderneming. U geldt in 2020 als grote werkgever als uw premieloon in 2018 meer dan € 3.370.000 was.
Middelgroot
zwaarder weegt
Voor middelgrote werkgevers hanteert de fiscus een gewogen gemiddelde van de sectorale premiepercentages voor de premiecomponenten WGA en ZW-flex en de individueel vastgestelde premiepercentages. Hierbij bepaalt het premieloon in 2018 of het sectorale of individuele percentage zwaarder weegt. In 2020 kwalificeert u als middelgrote werkgever als uw premieloon in 2018 meer was dan € 337.000 maar maximaal € 3.370.000.
Regres
aansprakelijk stellen
Als u (of UWV) op grond van een regresactie een derde partij aansprakelijk heeft kunnen stellen voor de arbeidsongeschiktheidslasten (of ZW-lasten), kan de Belastingdienst hiermee bij de individueel vast te stellen Whk-premie rekening houden. De premie valt dan lager uit omdat de uitkering niet aan uw organisatie wordt toegerekend.
WAO alleen nog voor oude gevallen
opgevolgd
twee soorten uitkeringen
De WIA heeft per 1 januari 2006 de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) opgevolgd. Uitkeringen op grond van de WAO spelen tegenwoordig alleen nog voor werknemers die op 1 januari 2006 al een WAO-uitkering ontvingen (en dus vóór 1 januari 2004 ziek of arbeidsongeschikt zijn geworden) en de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt. Zodra de laatste mensen met een WAO-uitkering de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, houdt de WAO dus definitief op te bestaan.
De WAO kent twee soorten uitkeringen:
- een tijdelijke loondervingsuitkering met een looptijd van minimaal een halfjaar en maximaal zes jaar, voor mensen ouder dan 33 jaar;
- een vervolguitkering die tot de AOW-leeftijd doorloopt, voor mensen jonger dan 33 jaar en voor de situatie dat de tijdelijke loondervingsuitkering is afgelopen.