9.1 Bhv
hoofdtaken
richtlijn
Iedere werkgever is wettelijk verplicht om zo goed mogelijk te zorgen voor de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers én eventuele bezoekers. Deze zorgplicht houdt onder meer in dat de bedrijfshulpverlening (bhv) goed moet zijn geregeld. In artikel 15 van de Arbowet staan de drie hoofdtaken van een bhv’er vermeld:
- het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;
- het beperken en bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
- het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in de organisatie.
Hoeveelheid bhv’ers
verspreiding
De Arbowet geeft geen strenge richtlijnen voor het aantal bhv’ers in uw organisatie. Veel organisaties houden de wettelijke regels aan die tot 2007 golden. Volgens die regels moet er per vijftig werknemers, klanten en bezoekers een bhv’er zijn. Het is – zeker in kleinere organisaties – verstandig om rekening te houden met ziekte, verlof en parttimers.
Factoren voor bepalen aantal bhv’ers
Het is goed om eens in de zoveel tijd stil te staan bij het aantal bhv’ers in uw organisatie. Zijn ze goed verspreid over de verschillende afdelingen? Is het aantal werknemers of bezoekers in uw organisatie onlangs gegroeid? Het aantal bhv’ers hangt af van:
- grootte en complexiteit van gebouw;
- ligging van gebouw (afgelegen of juist een bedrijventerrein);
- ernst van restrisico’s;
- opkomsttijd van hulpdiensten;
- risico’s uit omgeving;
- aanwezigheid bhv’ers (bij vakantie, verlof en ziekte);
- aantal aanwezigen (inclusief bezoekers);
- aantal niet-zelfredzame personen.
Ontruimingsoefening
zekerheid inbouwen
ontruimingsplan
coördinatie
Uw werkgever doet er goed aan om minimaal jaarlijks een ontruimingsoefening te organiseren. Zo bouwt hij de enige zekerheid in dat werknemers zich in noodsituaties in veiligheid kunnen brengen. De basis voor de ontruimingsoefening is het ontruimingsplan waarin uw werkgever bijvoorbeeld opneemt hoe er in een noodsituatie alarm wordt geslagen, welke vluchtwegen er zijn en wie de ontruiming coördineert. Tijdens een oefening controleert u of het ontruimingsplan in de praktijk werkt.
Vluchtwegen
afstand naar nooduitgang
Het spreekt voor zich dat er voldoende vluchtwegen en nooduitgangen in uw bedrijfspand aanwezig zijn. Hoeveel en waar is per kantoorpand afhankelijk van onder andere het gebruik en de werkzaamheden die bij u plaatsvinden. Ook moet u rekening houden met de grootte van het pand en het aantal werknemers.
door rook vluchten
Zorg ervoor dat de afstanden naar een nooduitgang niet te lang zijn. In artikel 2.102 van het Bouwbesluit staat dat de maximale loopafstand naar een nooduitgang dertig meter is. De nooduitgang moet toegang geven tot een terrein dat leidt naar de openbare weg en niet bijvoorbeeld naar een afgesloten binnenplaats. Mensen mogen maar maximaal dertig seconden door de rook mogen vluchten. Er bestaan ingewikkelde berekeningen om uit te rekenen of een pand voldoende vluchtroutes heeft. Twijfelt u hieraan? Vraag dan om advies aan de brandweer in uw gemeente.
Eisen aan vluchtwegen en nooduitgangen
nood verlichting
Als u zich buigt over de vluchtwegen en nooduitgangen in uw organisatie, let dan op de volgende zaken:
- vluchtwegen en nooduitgangen moeten vrij zijn van obstakels;
- medewerkers moeten nooduitgangen zonder sleutels kunnen openen;
- nooduitgangen moeten ook tijdens de brand goed zichtbaar zijn, bijvoorbeeld door markeringen die oplichten in het donker;
- er moet goede noodverlichting zijn.