U bent hier

5.2 Taken van de BHV

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: juni 2017

eerste hulp

Artikel 15 van de Arbowet omschrijft duidelijk wat de taken van de BHV’ers ‘in elk geval’ zijn:

  • het verlenen van eerste hulp;
  • het beperken en het bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
  • het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf of de inrichting.

hesje

Naast een goede opleiding dient de BHV de beschikking te hebben over de juiste uitrusting om zijn werk goed te doen. Denk daarbij aan portofoons voor het ontruimen en een hesje om zich herkenbaar te maken als BHV’er. Daarnaast dient de BHV in die mate georganiseerd te zijn dat de bovenstaande taken naar behoren ingevuld kunnen worden.

5.2.1 Evacuatieoefening

goede ­oefening

Om de BHV’ers goed getraind te houden is het goed om periodiek een ontruimingsoefening te organiseren. Dat kan als onderdeel van het nood- en evacuatieplan. Tijdens de oefening wordt een situatie nagebootst waardoor de BHV’ers in actie moeten komen. De oefening is niet alleen goed om te zien in hoeverre de bedrijfshulpverlening op elkaar is ingespeeld, het is ook een goede oefening voor de andere medewerkers. Zij weten daardoor beter wat zij moeten doen in het geval van een calamiteit en ontruiming.

5.2.2 Rollen en positie

overlaten aan hulpdiensten

alarmbellen

De BHV’er is geen arboprofessional. Zo mag een BHV’er zichzelf niet in gevaar brengen om anderen te helpen. Heeft hij het gevoel dat hij zichzelf in gevaar brengt door een reddingsoperatie, dan moet hij die afbreken en overlaten aan professionals en hulpdiensten. De BHV’er is vaak een reguliere werknemer die naast zijn werkzaamheden ook een aantal BHV-taken uitvoert. Door zijn kennis en kunde is hij wel een BHV-deskundige en zal hij zich daarnaar gedragen. Dat mag u ook van hem verwachten, want hij is daartoe opgeleid. Hoewel het geen taak is, mag u van de BHV verwachten dat die extra alert is op veiligheidsvraagstukken binnen uw organisatie. De alarmbellen van de BHV’er moeten gaan rinkelen als de nooduitgang is geblokkeerd. Daardoor is één van zijn evacuatieroutes geblokkeerd.

Neem de extra BHV-werkzaamheden op in de functieomschrijving van de medewerker. U kunt daardoor beter toezien op zijn werk.

5.2.2 Bezettingsgraad

geen ­rekensom

De Arbowet is minder duidelijk over het aantal BHV’ers dat uw organisatie moet hebben. De wet schrijft voor dat de werkgever zich laat bijstaan door één of meerdere medewerkers die zijn aangewezen en opgeleid als BHV’er. Er is geen rekensom om het aantal bedrijfshulpverleners te bepalen. Niet alleen de werkzaamheden spelen daar een rol in, ook de werktijden spelen mee. Als uw organisatie met 24-uur diensten werkt, moet er ook 24 uur een BHV’er aanwezig zijn.

ploegen­diensten

Een aantal tips voor de optimale aanwezigheid van de BHV:

  • kies een medewerker met een interne functie, die is in tegenstelling tot buitendienstmedewerkers altijd aanwezig;
  • zijn er ploegendiensten, zorg dan dat een aantal medewerkers uit die ploegen ook de BHV-cursus volgen. Zo is er altijd een BHV’er aanwezig.
  • spreid BHV’ers over verschillende locaties en afdelingen binnen de organisatie.

Eén BHV’er is geen BHV’er. Dat klinkt wellicht een beetje vreemd, maar een BHV’er kan in zijn eentje weinig doen. In de ideale situatie zijn er altijd meerdere bedrijfshulpverleners aanwezig. Die kunnen elkaar helpen en taken verdelen in het geval van een calamiteit of ongeval.

Niet verplichten

jaarlijkse ­vergoeding

Komt u niet aan het nodige aantal BHV’ers, dan moet u op zoek naar nieuwe kandidaten. Het is daarbij niet aan te raden om medewerkers te verplichten om BHV’er te worden. Dat levert niet de juiste motivatie op. Om de functie populairder te maken, kan uw organisatie wel een jaarlijkse vergoeding geven voor de extra taken. Dit kan in de arbeidsovereenkomst staan of zelfs in de cao.

Boetes voor onderbezetting

De Inspectie SZW kan uw organisatie boetes opleggen als de werkgever niet aan de BHV-verplichting voldoet. Bij de eerste overtreding leggen de inspecteurs u een boete op van € 3.000. Dat doen de inspecteurs aan de hand van de Arbowet, artikel 15, lid 1.

Als de werkgever na die boete nog geen passende maatregelen neemt, verhoogt Inspectie SZW de boetes flink. Bij een tweede constatering van het tekortschieten is de boete € 6.000, de derde keer al € 9.000.

Bij ongevallen

Ontdekken de inspecteurs na een bedrijfsongeval dat uw organisatie niet aan de BHV-plicht voldoet, dan is het boetebedrag meteen een stuk hoger: € 12.000 bij blijvend letsel of een ziekenhuisopname en € 15.000 bij een ongeval dat leidt tot het overlijden van het slachtoffer.

Deze boetes kunnen inspecteurs ook opleggen als er wel een bedrijfshulpverlening is binnen uw organisatie. In dat geval oordelen zij dat de BHV’ers niet goed zijn opgeleid, niet de juiste uitrusting hebben of hun taken niet naar behoren kunnen uitvoeren.

De genoemde boetes hebben alleen betrekking op het niet nakomen van de BHV-verplichting. Uw werkgever kan ook nog boetes krijgen als bijvoorbeeld de RI&E niet op orde is.