2.4 Arbobeleid en de scope-RI&E
Het doel is om te toetsen of de inventarisatie, betrokkenheid van werknemers bij de inventarisatie en de vertaling naar acties via een (PDCA)-cyclus (zie hoofdstuk 4) loopt. De arbokerndeskundigen beoordelen op basis van de systeemtoets of er een scope-RI&E nodig is op één of meerdere van de volgende aspecten:
- psychosociale arbeidsbelasting;
- gevaarlijke stoffen;
- biologische agentia;
- fysische factoren;
- werk- en rusttijden;
- arbeidsmiddelen en arbeidsplaatsen;
- fysieke belasting;
- bijzondere categorieën werknemers die mogelijk extra risico lopen.
Een scope in een RI&E verwijst naar het afgebakende gebied of de reikwijdte van de RI&E. Het bepaalt welke aspecten van een organisatie of werkplek de werkgever meeneemt bij het identificeren en beoordelen van risico’s.
2.4.1 Waarom is een scope-RI&E belangrijk?
compleet
Door vooraf een scope vast te stellen, geeft de werkgever richting aan de inspanningen die hij gaat leveren. Dit zorgt ervoor dat hij efficiënt en effectief te werk kan gaan. Zo komt de aandacht op specifieke werkplekken, activiteiten of functies binnen de organisatie te liggen. Binnen de scope van een RI&E brengt de werkgever alle relevante risico’s in kaart, wat helpt bij het identificeren van potentiële gevaren. Op basis hiervan is het mogelijk een compleet rapport op te stellen met passende beheersmaatregelen om de veiligheid en gezondheid van werknemers te waarborgen.
2.4.2 Bijzondere categorieën
uitzendkracht
Het is belangrijk om ook rekening te houden met bijzondere categorieën werknemers die mogelijk extra risico lopen, waaronder:
- zwangeren, jeugdigen, werknemers met een beperking of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid;
- uitzendkrachten, stagiaires, vrijwilligers, anderstaligen, en andere personen, zoals bezoekers en voorbijgangers;
- mensen die plaats- en tijdonafhankelijk werken.