U bent hier

7.1 Wetten en verplichtingen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: februari 2016

verplichtingen

Iedere werkgever is verplicht om goed voor zijn medewerkers te zorgen. Hiermee zult u het als arboprofessional ongetwijfeld eens zijn. In feite zou het dus niet eens nodig moeten zijn dat er in de wet diverse verplichtingen staan om beroepsziekten te voorkomen.

arbobeleid

Toch zijn ze er, in behoorlijk grote aantallen. Het is dan ook zaak dat u goed op de hoogte bent van de belangrijkste wetten en regels. Bovendien moet uw arbobeleid te allen tijde voldoen aan de Arbowet.

De verplichtingen die uw organisatie heeft bij het voorkomen van beroepsziekten zijn onder meer vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (BW), de Arbeidsomstandighedenwet (meestal kortweg Arbowet genoemd) en de Wet op de ondernemingsraden (WOR).

7.1.1 Algemene zorgplicht

arbeidsomstandigheden

schade

Uw organisatie heeft op grond van artikel 7:658 BW de verplichting om te zorgen voor gezonde arbeidsomstandigheden. Ook moet u er alles aan doen om te voorkomen dat medewerkers ziek worden door hun werk. Dit staat bekend als de algemene zorgplicht. Wordt een werknemer toch ziek en stelt hij vervolgens uw organisatie aansprakelijk voor de schade die hij lijdt, dan zal uw organisatie moeten bewijzen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. Slaagt zij hier niet in, dan zal de rechter de medewerker normaal gesproken in het gelijk stellen. De werkgever is dan aansprakelijk en kan een schadeclaim aan zijn broek krijgen.

De overheid heeft de algemene zorgplicht in diverse wetten verder uitgewerkt. Ook uit jurisprudentie is af te leiden wat u onder deze zorgplicht moet verstaan.

7.1.2 Arbowet

veiligheid

eentonig

risico’s

maatregelen

De wettelijke zorgplicht van uw organisatie is verder uitgewerkt in de Arbowet. Uw organisatie is op grond van deze wet verplicht om een goed arbeidsomstandighedenbeleid te voeren. Dit betekent onder meer dat u:

  • de arbeid van de medewerkers zodanig moet organiseren dat dit geen negatieve effecten heeft op hun veiligheid en gezondheid, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is;
  • zo veel mogelijk moet voorkomen dat medewerkers eentonig werk doen of in een kort tijdsbestek steeds terugkerende handelingen moeten verrichten;
  • de gevaren en risico’s voor de gezondheid en veiligheid van de medewerkers zoveel mogelijk moet voorkomen of beperken. Als het niet mogelijk is om de risico’s helemaal uit te sluiten, moet u maatregelen treffen om de werknemers zo goed mogelijk te beschermen.

Open deur voor de Inspectie SZW

De Inspectie SZW is belast met het houden van toezicht op de naleving van de wettelijke verplichtingen met betrekking tot de arbeidsomstandigheden van uw medewerkers. Dit betekent dat een controleur zowel met als zonder nadere aankondiging op de stoep kan staan om te controleren of uw organisatie voldoende maatregelen heeft genomen om medewerkers te beschermen tegen de risico’s die zij lopen. Uw werkgever is verplicht om mee te werken aan zo’n controle. Hij moet de controleurs dus altijd toegang verlenen.

7.1.3 Risico-inventarisatie en -evaluatie

Arbowet

werkvloer

Een belangrijk en verplicht hulpmiddel in de Arbowet bij het voorkomen van beroepsziekten is het opstellen van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Dit instrument dient om de op de werkvloer aanwezige risico’s te inventariseren en vervolgens maatregelen te bedenken – én uit te voeren – om deze risico’s te minimaliseren.

Verplicht

werkdruk

NEN-norm

Bij het opstellen van de RI&E zijn de volgende onderdelen wettelijk verplicht:

  • Inventarisatie van risico’s. Hierbij gaat het niet alleen om harde risico’s (zoals fysieke belasting), maar ook om zachte risico’s, zoals werkdruk en werkverhoudingen.
  • Evaluatie van risico’s, waarbij u de ingeschatte risico’s vergelijkt met een norm (een wettelijke norm, een richtlijn of een NEN-norm).
  • Toetsing door een gecertificeerde arbodeskundige of een arbodienst.
  • Plan van aanpak. Hierin staat onder meer wie met welk risico aan de slag gaat en wanneer de concrete maatregelen doorgevoerd moeten zijn.

Checklist RI&E

Ga na of uw RI&E aan alle volgende eisen voldoet:

  • De RI&E bevat alle risico’s op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn, inclusief de gevaren die onvermijdelijk (lijken te) zijn.
  • De RI&E moet aandacht besteden aan alle risico’s met betrekking tot:
    • de diverse functies en werkplekken;
    • het gedrag van de medewerkers;
    • het toezicht door leidinggevenden op de juiste toepassing van de werkprocedures en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en technische voorzieningen.
  • De RI&E besteedt speciaal aandacht aan de risico’s voor bijzondere groepen medewerkers, zoals jongeren, zwangere vrouwen en allochtonen.
  • De RI&E is actueel.
  • De RI&E en het plan van aanpak zijn ter instemming voorgelegd aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.
  • De RI&E is getoetst door een gecertificeerde arbodienst of arbodeskundige.
  • Alle werknemers kunnen kennis nemen van wat er in de RI&E staat.

7.1.4 Preventiemedewerker

ziekteverzuim

Sinds 1 juli 2005 is iedere werkgever verplicht om minimaal één preventiemedewerker aan te stellen. Het gaat bij voorkeur om iemand van de werkvloer, die een belangrijke taak heeft bij het voorkomen en terugdringen van het arbeidsgebonden ziekteverzuim. Concreet doet de preventiemedewerker dit door zich bezig te houden met de dagelijkse veiligheid, gezondheid en arbeidsomstandigheden binnen de organisatie waarin hij werkzaam is. Uw werkgever blijft echter zelf eindverantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van zijn medewerkers.

Taken

plan van aanpak

ondernemingsraad

Een preventiemedewerker heeft de volgende taken:

  • Meewerken aan het uitvoeren en opstellen van de RI&E, inclusief het bijbehorende plan van aanpak.
  • Uitvoeren van de diverse arbomaatregelen.
  • Geven van voorlichting aan medewerkers, bijvoorbeeld over het gebruik en onderhoud van apparaten en het gebruik van beschermingsmiddelen.
  • Samenwerken met en adviseren van de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging.

Voorstel: rol preventiemedewerker sterker

Het kabinet wil dat de OR meer inspraak krijgt bij de keuze van de preventiemedewerker en zijn plek in de organisatie. Het wetsvoorstel dat dit moet regelen, ligt bij de Tweede Kamer. De OR had al instemmingsrecht over de taakomschrijving van de preventiemedewerker, maar nog niet op zijn instelling. In de nieuwe wet moet er een ‘eis tot overeenstemming’ tussen werkgever en de OR zijn over de keuze voor een preventiemedewerker en zijn positie. Dit betekent dat de OR en de werkgever er samen uit moeten komen; anders gebeurt het niet. De verwachting is dat de wet niet eerder dan 2017 van kracht wordt.

Voldoende deskundig

Arbowet

In principe kan een werkgever iedere werknemer aanwijzen als preventiemedewerker, omdat hiervoor geen specifieke diploma’s of certificaten zijn vereist. De Arbowet geeft wel aan dat een preventiemedewerker voldoende deskundig moet zijn. Dit betekent dat hij goed moet zijn toegerust om zijn taken correct uit te kunnen voeren.

In de meeste gevallen doet uw werkgever er dan ook goed aan om de preventiemedewerker een opleiding of cursus te laten volgen, zodat hij deskundig genoeg is.

7.1.5 Voorlichting over risico’s

instructies

Iedere werkgever is op grond van de Arbowet verplicht om zijn werknemers goede voorlichting te geven over de risico’s die het werk met zich meebrengt. Ook moeten de medewerkers instructies krijgen over het uitvoeren van hun taken, waarbij u ook aandacht moet besteden aan het vermijden van de risico’s.

Ook op papier!

In de praktijk worden voorlichting en instructies meestal mondeling gegeven. Dat is op zich logisch, want dan kan degene die de voorlichting voor zijn rekening neemt eventuele vragen direct beantwoorden en onduidelijkheden wegnemen. Het probleem hierbij is echter dat u dan niet kunt bewijzen dat de voorlichting heeft plaatsgevonden. En dat is wel belangrijk als een werknemer tóch een beroepsziekte oploopt – of een arbeidsongeval krijgt – want in een eventuele juridische procedure zal de rechter dan nagaan of uw organisatie aan al haar verplichtingen heeft voldaan. Daarom is het raadzaam om alle medewerkers ook schriftelijk een overzicht te verstrekken van de risico’s die zij lopen en van de instructies die zij nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen. Houd daarnaast ook een registratie bij van de gegeven voorlichting en instructies.

Afstemmen

aandacht

De voorlichting en instructies moeten zijn afgestemd op de capaciteiten, kennis, ervaring en taal van de betrokken medewerkers. U moet extra aandacht besteden aan kwetsbare groepen werknemers, zoals jongeren en zwangere vrouwen.

7.1.6 Deskundige bijstand

arbodienst

De Arbowet verplicht uw organisatie tot het inschakelen van deskundige bijstand, bijvoorbeeld van een arbodienst. In het verleden was het zelfs verplicht om bij een arbodienst te zijn aangesloten, maar dit is sinds 1 juli 2005 niet meer het geval. U mag nu ook andere deskundigen inschakelen.

7.1.7 BHV

organiseren

RI&E

Uw organisatie is verplicht om de bedrijfshulpverlening (BHV) goed te organiseren. De Arbowet stelt dat er altijd minimaal één BHV’er aanwezig moet zijn binnen uw organisatie. Het precieze aantal BHV’ers staat overigens niet in de wet. Dat hangt af van de risico’s en moet worden vastgelegd in de RI&E. De BHV’er speelt in de praktijk een belangrijke rol bij een (bedrijfs)ongeval of als een medewerker onwel wordt. Hij kan – bijvoorbeeld bij een ongeval met chemische stoffen – door snel handelen voorkomen dat een medewerker aan het voorval een beroepsziekte overhoudt.

7.1.8 Veilige bedrijfsmiddelen

veilig

Als de medewerkers van uw organisatie met bepaalde bedrijfsmiddelen moeten werken, zoals met apparaten en machines, moet u ervoor zorgen dat deze zo veilig mogelijk zijn. Dit betekent in de eerste plaats dat alle bedrijfsmiddelen goed onderhouden moeten zijn.

U doet er goed aan ervoor te zorgen dat u kunt aantonen dat u aan deze verplichting voldoet. Voor bepaalde machines zal daarnaast gelden dat u deze regelmatig zult moeten laten keuren.

Voorlichting

materialen

instructies

Uiteraard moeten alle medewerkers precies weten welke risico’s zij lopen bij het werken met bepaalde bedrijfsmiddelen en materialen. Ook moeten ze weten hoe ze met deze apparaten, machines en materialen moeten omgaan. U moet dus zorgen voor goede voorlichting en instructies.

7.1.9 Persoonlijke beschermingsmiddelen

veiligheidsschoenen

toezicht

In bepaalde situaties moet u medewerkers voorzien van persoonlijke beschermingsmiddelen. Denk aan handschoenen, veiligheidsschoenen, veiligheidsbrillen en gehoorbescherming. Zorg ervoor dat alle medewerkers precies weten hoe zij deze beschermingsmiddelen moeten gebruiken. Verder geldt dat u toezicht moet houden op het gebruik ervan. Ook moet u kunnen aantonen dat u deze voorlichting heeft gegeven.

7.1.10 Samenwerken met de medezeggenschap

artikel 27

Op grond van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is uw organisatie verplicht om – als deze aanwezig is – de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging nauw te betrekken bij het opstellen of wijzigen van het arbeidsomstandighedenbeleid.

RI&E

Zo heeft de OR of PVT volgens artikel 27 van de WOR instemmingsrecht op het invoeren, wijzigen of intrekken van álle regelingen die betrekking hebben op het arbobeleid en het ziekteverzuimbeleid. Heel concreet betekent dit bijvoorbeeld dat u de OR ook moet betrekken bij het opstellen van de RI&E (en het bijbehorende plan van aanpak) en het organiseren van de bedrijfshulpverlening.

Het is verplicht om de OR/PVT minimaal één keer per jaar te informeren over het gevoerde sociale beleid in uw organisatie. Hierbij moet het medezeggenschapsorgaan onder meer inzicht krijgen in de mate van ziekteverzuim en het aantal arbeidsongevallen.