8.3 Automatische externe defibrillator (aed)
overlevingskans
In de nieuwe reanimatierichtlijn is niet voor niets extra aandacht voor de aed, deze vergroot namelijk de overlevingskansen. Als binnen drie à vijf minuten een aed wordt gebruikt, stijgt de overlevingskans met 50% tot 70%. Daarom zal de meldkamercentralist altijd vragen naar een aed. Maar om goed te begrijpen waarom een aed zo belangrijk is, moet u de werking van het apparaat leren kennen.
Kamerfibrilleren
defibrilleren
De oorzaak van een circulatiestilstand ligt vaak in het ontstaan van kamerfibrilleren of -fladderen. De hartkamers worden dan chaotisch en snel geprikkeld, waardoor ze niet meer samentrekken. Dat is een ritmestoornis die als gevolg heeft dat de pompfunctie van het hart tot stilstand komt. Door het toedienen van een elektrische schok wordt het hart gereset. Dat heet defibrilleren. De pompfunctie kan dan weer worden teruggebracht. De aed wordt daarom ook een defibrillator genoemd.
Nieuwe regelgeving voor de aed
privacy
De Europese regelgeving voor medische hulpmiddelen is op 26 mei 2021 vernieuwd. Door deze zogenoemde Medical Devices Regulation (MDR – eerder Medical Devices Directive) hebben fabrikanten de veiligheid van de aed moeten aantonen via klinisch onderzoek. Maar ook de privacybescherming komt aan bod onder de MDR – bijvoorbeeld voor de opslag van gemaakte hartfilmpjes. aed’s die enkel aan de oude richtlijnen voldoen, mogen na 2024 niet meer worden verkocht.
8.3.1 Inhoud van aed
schaar
In de koffer van de aed zit het apparaat zelf. Het is een klein handzaam apparaat met daaraan elektroden. Die moeten op een droogdoek. Daarnaast zit er een schaar in om kleding weg te knippen, handschoenen en een beademingsmasker. Ook een scheermes om borsthaar weg te scheren, kan in de koffer zitten.
Uw werkgever hoeft een aed niet per se te kopen: leasen is ook een optie. In dat geval wordt ook het onderhoud van de aed geregeld.
Onderhoud
achterstallig
De aed werkt op een batterij. Die batterij moet wel werken als dat nodig is. Het vervangen van een batterij tijdens een calamiteit kan noodlottig zijn. Hoewel er in Nederland veel aed’s zijn, is er veel achterstallig onderhoud. Daardoor is volgens de Inspectie voor de Gezondheidszorg het functioneren van een derde van de apparaten twijfelachtig. Ook zijn niet alle apparaten aangemeld, zodat de meldkamer niet altijd naar de dichtstbijzijnde aed kan verwijzen. Overigens is er geen officiële onderhoudsplicht of certificering.
Naast de batterij moeten ook de elektroden gecheckt worden. Het plakmiddel kan uitdrogen. Een jaarlijkse check ligt daarom voor de hand.
nieuwe hoofdbatterij
Veel leveranciers bieden zogenoemde onderhoudscontracten aan. Met zo’n contract verzorgt de leverancier de volgende acties:
- jaarlijks onderhoud, waarbij de aed volledig wordt doorgemeten;
- iedere twee jaar een nieuwe set elektroden;
- één keer per levensduur (vier à acht jaar) een nieuwe hoofdbatterij;
- een vervangende aed tijdens het onderhoud;
- het opnieuw gebruiksklaar maken van de aed na de inzet ervan.
8.3.2 Bedienen van aed
niet aanraken
Iedereen kan een aed bedienen, al is het goed om er tijdens een EHBO- of bhv-cursus aandacht aan te besteden. Na het inschakelen van de aed begint het apparaat automatisch instructies te geven. Die zijn heel duidelijk. Zo mag het slachtoffer niet aangeraakt worden tijdens de analyse die het apparaat maakt. Datzelfde geldt ook voor het moment waarop het apparaat een schok geeft. Daar hoeft de hulpverlener niet naar te gissen, de aed vertelt letterlijk wat hij moet doen. Daardoor kan de bedrijfshulpverlener de reanimatie voortzetten totdat professionele hulpverleners het overnemen.