8.4 Geslaagde reanimatie
stabiele zijligging
Als de bhv’er merkt dat het slachtoffer weer zelfstandig ademt, legt de bhv’er hem in de stabiele zijligging. Uiteraard blijft de bedrijfshulpverlener alert en controleert hij de ademhaling van het slachtoffer. Dat doet hij door zijn handen op de borst en rug van het slachtoffer te leggen en de ademhaling te voelen.
Niet-reanimeren wens respecteren of niet?
Er zijn mensen die niet gereanimeerd willen worden. Dat maken zij kenbaar door een zogenoemde niet-reanimerenpenning te dragen. Die penning draagt iemand bijvoorbeeld om zijn hals, als een ketting. Op de penning moet de volgende informatie staan:
- volledige naam;
- geboortedatum;
- handtekening;
- herkenbare pasfoto;
- besluit om niet gereanimeerd te willen worden (op de voor- en achterkant).
hulpverleningsplicht
Dat brengt een bhv’er in een spagaat. Zijn eerste reactie is het helpen van een persoon met een hartstilstand door hem te reanimeren. Hij volgt dan zijn hulpverleningsplicht (artikel 446 van het Wetboek van Strafrecht). Dat is terecht, want bij een circulatiestilstand start de reanimatie direct. Als de penning duidelijk zichtbaar is, hoeft hij dat echter niet te doen. Is de penning niet zichtbaar aanwezig, dan kost het te veel tijd om daar eerst naar te zoeken. Ontdekt de bhv’er tijdens het reanimeren de penning, dan mag hij zelf beslissen om door te gaan.