7.4 Ondernemingsraad
instemming
Voor pensioenregelingen die niet op het niveau van sociale partners worden ingericht, moet een werkgever rekening houden met het instemmingsrecht van de OR (artikel 27, lid 1a Wet op de ondernemingsraden (WOR)). Is er sprake van een personeelsvergadering (PV) of personeelsvertegenwoordiging (PVT), dan moet de werkgever rekening houden met een advies- of overlegrecht (artikel 35b, lid 5 WOR en artikel 35c, lid 7 WOR). Zonder instemming van de OR mag een werkgever de wijziging niet doorvoeren en moet vervangende instemming van de kantonrechter worden gevraagd.
Nog verstandiger zou het zijn dat uw organisatie in zo’n geval alles op alles zet om die instemming alsnog te bemachtigen. Immers, zonder die instemming wordt het (eenzijdige) wijzigingstraject met de werknemers, gelet op de belangenafweging, een nog smaller pad.
Transitieplan
onderbouwing keuzes
Bij het verzoek om instemming aan de OR of om advies aan de PVT of PV moet de werkgever ook het transitieplan mee-sturen. In het transitieplan geeft de werkgever de onderbouwing voor de gemaakte keuzes in de arbeidsvoorwaardelijke fase, waaronder de wijziging van de pensioenregeling, en biedt hij inzicht in de gevolgen die de nieuwe pensioenregeling heeft voor de werknemers. Voor het transitieplan zelf hoeft de werkgever niet om instemming van de OR of advies van de PVT of PV te vragen.
De OR heeft het recht om zich in zo’n instemmingsprocedure door een (eigen) pensioendeskundige te laten bijstaan. Op rendement.nl/salarisdossier vindt u verschillende tools met meer informatie over dit onderwerp.