7.1 Pensioenfondsen

besluit tot invaren

Naast de indirecte vertegenwoordiging via sociale partners die de inhoud van de (nieuwe) pensioenregeling vaststellen, kennen veel pensioenfondsen een paritair bestuursmodel. Het fondsbestuur bestaat dan uit verschillende vertegenwoordigers van werknemers(verenigingen), pensioengerechtigden en werkgevers(verenigingen). Niet alleen sociale partners gaan over het verstrekkende besluit tot invaren (zie ook paragraaf 4.2.2) bij de overstap naar het nieuwe stelsel, maar ook het fondsbestuur moet hierover zelfstandig beslissen. Het pensioenfonds beoordeelt dan of het verzoek van sociale partners tot invaren voldoende evenwichtig is.

Hoorrecht

meedenken

Daarnaast geldt er een hoorrecht voor de vereniging van gepensioneerden en gewezen pensioendeelnemers. Deze vereniging moet door de sociale partners in de gelegenheid worden gesteld om mee te denken over de inhoud van het transitieplan bij een pensioenfonds. Die inbreng moet in de beoordeling worden meegenomen, maar is niet bindend.

Medezeggenschap

rechter

De medezeggenschap binnen een pensioenfonds vindt plaats in een verantwoordings- of belanghebbendenorgaan, afhankelijk van het bestuursmodel van het fonds. Dat orgaan behartigt de belangen van belanghebbenden bij de regeling, te weten werkgever, (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Het orgaan heeft onder meer een adviesrecht (verantwoordingsorgaan) of zelfs goedkeuringsrecht (belanghebbendenorgaan) bij allerlei besluitvorming in het kader van de pensioentransitie (zoals het besluit tot invaren).