9.2 Nieuwe wetgeving

belemmering

Ook in de politieke arena in Den Haag zijn de regels voor crowdfunding reden voor discussie. Aanleiding is onder meer dat meerdere partijen zeggen nu nog te veel belemmeringen te zien in de huidige regels. Die zouden averechts werken en alternatieve financiers niet meer ruimte geven. Zo vinden verschillende politici dat de regel dat kleine investeerders maximaal 10% van hun vrij beschikbare vermogen via crowdfunding mogen investeren deze crowdfunding-investeerders afschrikt.

Aanpassing

De minister van Financiën is gevraagd om met aangepaste regelgeving te komen. De partijen die kritisch zijn, zeggen te begrijpen dat de toezichthouders wijzen op de risico’s bij nieuwe investeringsvormen, maar vinden ook dat er met de huidige regels schijnzekerheid wordt gecreëerd.

9.2.1 Na 2016

onderzoek

bemiddeling

In 2015 had de minister van Financiën de Autoriteit Financiële Markten (AFM) verzocht te onderzoeken of de wetgeving over crowdfunding nog passend was. Uit het onderzoeksrapport werd duidelijk dat enkele wetswijzigingen noodzakelijk zijn. Een aantal van de regels zijn opgenomen in het Wijzigingsbesluit financiële markten 2016. Dit heeft gezorgd voor twee belangrijke maatregelen:

• Er gelden concrete wettelijke vereisten over integere en beheerste bedrijfsvoering voor crowdfundingplatformen met een ontheffing (zie paragraaf 9.3.1).
• Voor crowdfunding geldt een uitzondering op het verbod om geld te ‘lenen’ van het grote publiek als dit uit naam van een onderneming gebeurt. Ook het provisieverbod, waarbij bemiddelaars van financiële diensten geen beloning meer mogen ontvangen voor hun bemiddeling en advies, geldt niet meer voor crowdfunding.

Concreet kader

kanttekening

Om bij het toezicht houden goed in te kunnen spelen op de snelle ontwikkelingen, wil de AFM in de Wijzigingswet financiële markten 2019 een concreet kader voor crowdfunding opnemen. De minister van Financiën is het daar met de AFM eens, maar plaatste hier wel een kanttekening bij. Het wettelijke kader mag er volgens hem niet voor zorgen dat er buitenproportioneel veel regels ontstaan.

9.2.3 Europese regelgeving

Ook het Europees Parlement heeft in 2018 ingestemd met een pakket regels om crowdfunding meer te reguleren. Zo komen er strenge regels om beleggers beter te beschermen en worden de nationale autoriteiten verantwoordelijk voor het toezicht.

Een aantal Europese lidstaten, waaronder Nederland, hebben al op nationaal niveau regels voor crowdfunding. Doordat de nationale regels erg verschillend zijn, is het bij grensoverschrijdende crowdfundingactiviteiten echter moeilijk om een groot publiek te bereiken. De Europese crowdfundingverordening moet daar verandering in brengen.

Verordening

vergunning

belegger

gratis

In de crowdfundingverordening stelt het Europees Parlement vooralsnog het volgende voor:

• Een crowdfundingplatform mag zelf kiezen of het een nationale of Europese vergunning aanvraagt. Met een Europese vergunning mag het zowel nationaal als binnen de EU opereren. Als de waarde van een project meer dan € 8 miljoen is, kan de geldvrager het project alleen via een nationale vergunning aanbieden.
• Crowdfundingplatforms moet beleggers duidelijke informatie geven over financiële risico’s en kosten in verband met hun belegging.
• Beleggers moeten een beleggingsinformatieblad krijgen van de projecteigenaar.
• Beleggers moeten gratis een klacht kunnen indienen tegen een platform.

De Europese Commissie, het Parlement en de Raad onderhandelen nog over de definitieve wettekst.