4.6 BTW-aangifte en facturatie
BTW-nummer
Geeft de Belastingdienst een beschikking fiscale eenheid BTW af? Dan krijgt de fiscale eenheid BTW één apart BTW-identificatienummer van de Belastingdienst en doet als één geheel BTW-aangifte.
Aangifte doen per onderneming
verzoek
U kunt de Belastingdienst indien gewenst ook verzoeken om per individuele onderneming BTW-aangifte te blijven doen.
Als de Belastingdienst dit toestaat, blijven de BTW-ondernemingen afzonderlijk verplicht om periodiek de BTW-aangifte in te dienen. Hiervoor gebruikt u het BTW-nummer van de fiscale eenheid BTW, maar met een andere toevoeging, bijvoorbeeld B02.
Is er geen beschikking fiscale eenheid BTW afgegeven? Dan hebben de BTW-ondernemingen afzonderlijk een BTW-aangifteplicht en blijven zij ieder individueel BTW-aangifte doen.
Facturatie
verkoop-facturen
Alle BTW-ondernemingen in de fiscale eenheid BTW vermelden op de verkoopfacturen hun eigen individuele BTW-nummer. Vermeld nooit het BTW-nummer van de fiscale eenheid BTW op de verkoopfactuur. Verstrek aan uw leveranciers ook niet het BTW-nummer van de fiscale eenheid, maar het BTW-(identificatie)nummer van de individuele onderneming die de afnemer van de prestatie is.
Opgaaf intracommunautaire prestaties
eigen goederen
Naast de BTW-aangifte doet u ook de Opgaaf intracommunautaire prestaties (Opgaaf ICP). Hier vult u alle intracommunautaire leveringen en diensten in voor klanten die in andere EU-landen BTW-aangifte moeten doen. Hetzelfde geldt voor de waarde van eigen goederen die u naar een ander EU-land heeft gebracht.
U vindt de opgaaf ICP op het beveiligde gedeelte van de website van de Belastingdienst. U kunt uiteraard ook een aangifte- of administratiesoftware gebruiken.
Vervoert u goederen naar een ander EU-land én levert u deze goederen pas later aan een al bekende afnemer? Dan hoeft u zich vanaf 2020 niet langer te registreren in het EU-land van aankomst. U kunt deze ‘overbrenging op afroep’ opgeven in de opgaaf ICP.
Dient u namens de fiscale eenheid BTW een Opgaaf intracommunautaire prestaties (Opgaaf ICP) in? U moet deze dan afhankelijk van de situatie op één van de volgende manieren doen:
- De fiscale eenheid BTW doet als één onderneming BTW-aangifte:
- Vul in de BTW-aangifte het totaal van de intracommunautaire leveringen en diensten in.
- Doe de opgaaf ICP onder het BTW-identificatienummer van de fiscale eenheid BTW. Bij vraag 1 van de Opgaaf ICP vult u het BTW-identificatienummer van de onderneming in die bij de betreffende transactie betrokken is.
- De ondernemingen in de fiscale eenheid doen individueel BTW-aangifte:
- Doe de BTW-aangifte zoals gebruikelijk onder het BTW-nummer van de fiscale eenheid, maar met de toevoeging voor de betreffende BTW-onderneming, bijvoorbeeld B02.
- Doe ditzelfde voor de Opgaaf ICP en vermeld daarbij ook uw eigen BTW-identificatienummer.
Omdat de individuele onderneming van een fiscale eenheid BTW onder eigen naam en eigen BTW-nummer goederen en diensten afneemt van ondernemers uit andere EU-landen, moet u in de Opgaaf ICP het totaalbedrag van de verwervingen per ondernemer specificeren.
Tenaamstelling
boete
Controleer iedere verkoop- en inkoopfactuur op de juistheid ervan. Zorg dat de facturen onder meer een juiste tenaamstelling hebben en het juiste BTW-identificatienummer vermelden. Een onjuiste verkoopfactuur kan bestraft worden met een boete van € 5.514. De Belastingdienst kan de afnemer die over een onjuiste inkoopfactuur beschikt het recht op BTW-aftrek weigeren.