7.6 Voorbeeld 6: ziek tijdens terbeschikkingstelling
Een werknemer heeft per 1 januari 2020 een auto van de zaak ter beschikking gesteld gekregen. Hij rijdt maandelijks vijftig privékilometer met deze auto, dus zeshonderd privékilometer op jaarbasis, zodat bijtellen noodzakelijk is.
Niet inleveren
regulier bijtellen
De werknemer meldt zich ziek (bijvoorbeeld door het coronavirus) op 1 oktober, en blijft de rest van het jaar ziek thuis. Hij hoeft zijn auto van de zaak niet in te leveren, dus u blijft ook voor de resterende maanden van het jaar regulier bijtellen voor privégebruik: de auto staat hem (en zijn gezin) immers nog steeds ter beschikking. De werknemer hoeft de auto van de zaak dan wel niet in te leveren, maar hij gebruikt deze door zijn ziekte per 1 oktober veel minder privé dan verwacht: slechts tien privékilometer per maand. Dat betekent dat de werknemer dit jaar in totaal (9 × 50) + (3 × 10) = 480 privékilometer maakt, en dus tegen de verwachting in onder de bijtellingsgrens blijft. Zolang dit aantoonbaar is, is bijtellen dus niet langer nodig.
Als u heeft bijgeteld wegens privégebruik terwijl dit op basis van het daadwerkelijke privégebruik niet nodig was geweest, zult u de loonaangiften over de voorgaande maanden moeten corrigeren.
Overnemen
niet meer ter beschikking
De situatie zou anders zijn als de zieke werknemer zijn auto van de zaak moet inleveren, bijvoorbeeld omdat een collega zijn werkzaamheden overneemt en daarbij ook de beschikking over zijn auto van de zaak krijgt. Dat betekent immers dat deze auto de zieke werknemer niet meer ter beschikking staat per 1 oktober.
Over de periode januari tot en met september – de periode van terbeschikkingstelling – heeft de werknemer 450 privékilometer gereden, wat herrekend naar jaarbasis zeshonderd privékilometer zou zijn. Bijtelling is dus nodig, maar uiteraard alleen voor de maanden dat de auto de (zieke) werknemer ter beschikking stond: januari tot en met september.