U bent hier

Onderneming & Administratie
Auto van de zaak8. Rekenvoorbeelden7.1 Voorbeeld 1: niet het hele jaar een auto

7.1 Voorbeeld 1: niet het hele jaar een auto

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: augustus 2020

per 1 september

Stel dat een werknemer per 1 september 2020 een auto van de zaak krijgt met een waarde van € 30.000. De auto valt in de bijtellingscategorie van 22%. Het privégebruik van deze auto door de werknemer ziet er als volgt uit:

  • september: 25 kilometer;
  • oktober: 60 kilometer;
  • november: 30 kilometer;
  • december: 55 kilometer.

herrekenen

De werknemer maakt dus in die laatste vier maanden van het jaar in totaal 170 privékilometers met de auto van de zaak. U moet dit naar jaarbasis herrekenen, wat leidt tot een privégebruik van 3 × 170 = 510 kilometer per jaar. Dat betekent dat bijtellen nodig is omdat de werknemer de bijtellingsgrens op jaarbasis bekeken zou overschrijden.

Als bijtellen wegens privégebruik nodig is, hoeft u dat alleen te doen voor de periode dat de werknemer daadwerkelijk de beschikking heeft over de auto van de zaak.

Bijtelling

De werknemer heeft de auto ter beschikking in de periode september tot en met december, dus bijtellen is alleen voor die maanden nodig. Ervan uitgaande dat u per maand aangifte loonheffingen doet, moet u in de aangifte over de maanden september tot en met december een bijtelling doen van (22% × € 30.000) ÷ 12 = € 550.