U bent hier

Onderneming & Administratie
Auto van de zaak8. Rekenvoorbeelden7.3 Voorbeeld 3: afloop zestigmaandenperiode

7.3 Voorbeeld 3: afloop zestigmaandenperiode

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: augustus 2020

toentertijd

zestig ­maanden

Stel dat een werknemer het gehele jaar over een auto van de zaak beschikt waarvoor bijtelling wegens privégebruik nodig is. De datum eerste tenaamstelling is 15 juni 2015. De auto heeft een waarde van € 30.000 en een CO2-uitstoot van 100 gram/kilometer. Op basis van deze uitstoot is toentertijd een bijtellingspercentage van 20% toegekend. Dus u telt maandelijks een bedrag bij van (20% × € 30.000) ÷ 12 = € 500, ook al zou voor deze auto op basis van de huidige bijtellingscategorieën een andere bijtelling gelden.

Na afloop van de zestigmaandenperiode moet u opnieuw het bijbehorende bijtellingspercentage bepalen, volgens de op dat moment geldende regels.

Nieuwe

De zestigmaandenperiode voor deze auto van de zaak loopt af per 1 juli 2020. Zoals u in paragraaf 5.2 kunt zien, geldt voor een auto met een CO2-uitstoot van 100 gram/kilometer in 2015 een bijtellingspercentage van 20% gedurende zestig maanden. Deze periode begint te lopen op 1 juli 2015 en loopt tot 1 juli 2020. Over de eerste zes maanden in 2020 geldt dus een bijtelling van 20%. Voor de overige zes maanden in 2020 geldt een afwijkend percentage (zie paragraaf 5.2.3) van 25%. Dat betekent met ingang van juli 2020 een maandelijks bijtelling van (25% × € 30.000) ÷ 12 = € 625.