U bent hier

Onderneming & Fiscus
Erven en schenken9. Bedrijfsopvolging in de Successiewet9.3 Uitstel van betaling

9.3 Uitstel van betaling

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: augustus 2024

De voortzetter van de onderneming moet over een deel van de verkrijging wel schenk- of erfbelasting betalen. Namelijk over het deel van 17% (25% vanaf 2025) dat niet is vrijgesteld volgens de BOR. Voor dit deel van de aanslag kan de voortzetter gedurende maximaal tien jaar uitstel van betaling vragen. Gedurende de periode van uitstel zal de Belastingdienst wel invorderingsrente in rekening brengen.

Overige erfgenamen

overbedelingsvordering

De BOR kan alleen worden benut door de verkrijger en de voortzetter van de onderneming. Als het ondernemingsvermogen vererft en de verkrijger van de onderneming een deel van de waarde van de onderneming moet inbrengen, ontstaat er vaak een overbedelingsvordering voor de overige erfgenamen. Zij verkrijgen niet rechtstreeks het ondernemingsvermogen, maar een vordering die gerelateerd is aan het ondernemingsvermogen. Ze hebben daarom geen recht op de vrijstelling.

invorderingsrente

Als doekje voor het bloeden, kunnen deze erfgenamen wel uitstel van betaling van de erfbelasting vragen voor zover het uitstel betrekking heeft op de erfbelasting die toerekenbaar is aan de vordering die ziet op het ondernemingsvermogen. Er wordt dan wel invorderingsrente in rekening gebracht.