U bent hier

Onderneming & Fiscus
Erven en schenken9. Bedrijfsopvolging in de Successiewet9.2 Voorwaarden voor toepassing BOR

9.2 Voorwaarden voor toepassing BOR

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: augustus 2024

Om van de BOR te kunnen profiteren moet er aan strikte voorwaarden worden voldaan. Deze voorwaarden worden hieronder behandeld.

9.2.1 Ondernemingsvermogen

IB-
onderneming

werk-bv

Om te beginnen is de de vrijstelling alleen te benutten voor zover er sprake is van ondernemingsvermogen. Bij de IB-onderneming zal nagenoeg altijd sprake zijn van kwalificerend ondernemingsvermogen. Bij de bv kan dit anders zijn als de dga de overwinsten niet naar privé heeft uitgekeerd, maar deze in de bv heeft gehouden. Het blijvend overtollig (beleggings)vermogen, zoals banktegoeden, effectenportefeuilles, verhuurd onroerend goed of andere overtollige activa is voor deze faciliteit geen ondernemingsvermogen. En dus kan de vrijstelling niet worden toegepast. Of er sprake is van ondernemingsvermogen mag u wel over de gehele structuur beoordelen. Bijvoorbeeld een pand dat een holding aan de werk-bv verhuurt, telt wel als een pand dat als ondernemingsvermogen wordt gebruikt.

Als de onderneming zelf spaart voor een toekomstige investering, kan de spaarpot op het eerste gezicht lijken op beleggingsvermogen. Maar als u kunt aantonen dat dit geld op termijn zal worden gebruikt voor de ondernemingsinvestering, dan kunt u het mogelijk toch meenemen als ondernemingsvermogen.

9.2.2 Beleggingsvermogen

De wet bepaalt dat het beleggingsvermogen maar voor 5% van de waarde van de totale onderneming mag worden meegenomen als ondernemingsvermogen. Hierdoor kunt u dus voor een deel van het beleggingsvermogen toch nog gebruikmaken van de vrijstelling. Echter, per 1 januari 2025 vervalt deze extra ruimte voor het beleggingsvermogen.

Voorbeeld berekening verschil 2024/2025

Willem erft de aandelen in de bv van zijn vader. De aandelen hebben een waarde van € 5.000.000. Het ondernemingsvermogen bedraagt € 4.000.000.

Zonder BOR 2024 2025
Waarde onderneming € 4.000.000 € 4.000.000 € 4.000.000
Waarde beleggings-­vermogen € 1.000.000 € 1.000.000 € 1.000.000
Waarde 100% aandelen € 5.000.000 € 5.000.000 € 5.000.000
Waarde onderneming incl. 5% belegging € 4.200.000 € 4.000.000
Af: 100%-

vrijstelling
€ 1.325.253 € 1.500.000
€ 2.874.747 € 2.500.000
Af: vrijstelling

83% of 75%
€ 2.386.040 € 1.875.000
Belaste

verkrijging actieve

onderneming
€ 4.000.000 € 488.707 € 625.000
Belaste vekrijging beleggings-

vermogen
€ 1.000.000 € 800.000 € 1.000.000
Totaal belast € 5.000.000 € 1.288.707 € 1.625.000
Schenk/erfbelasting 20% € 1.000.000 € 257.714 € 325.000

Overig vermogen

Buitenvennootschappelijk vermogen telt voor de IB-ondernemer ook als ondernemingsvermogen. Van het vermogen dat ter beschikking wordt gesteld aan de bv (tbs-vermogen)valt alleen onroerend goed onder de BOR.

Herstructurering

oudedags-voorziening

Als u veel beleggingsvermogen heeft vergaard in uw onderneming, is dit vaak ook een deel van uw oudedagsvoorziening. Mogelijk kunt u de structuur aanpassen vóór de overdracht van het ondernemingsvermogen, waardoor u het beleggingsvermogen toch nog kunt behouden voor uw oude dag.

Afsplitsing

ODV

beleggings-bv

Zo kunt u het ondernemingsvermogen door toepassing van de vrijstelling schenken aan uw opvolger(s). Hiervoor wordt vaak de bv juridisch gesplitst. U brengt dan het beleggingsvermogen en eventuele oudedagsvoorzieningen (pensioen, ODV en lijfrente) door middel van een afsplitsing van dit vermogen onder in een nieuw opgerichte bv. Na de splitsing heeft u een beleggings-bv en een bv met ondernemingsvermogen. U kunt de beleggings-bv ook gebruiken om eventuele andere erfgenamen te compenseren.

Bedrijfspand als pensioen

werk-bv

Het kan zijn dat u de inkomensstroom uit het bedrijfspand nodig heeft voor uw oude dag. In dat geval kunt u dit pand ook door middel van splitsing in een aparte bv onderbrengen. Wilt u in de toekomst de mogelijkheid openhouden om voor dit pand de BOR toe te kunnen passen, dan zult u ook een belang in de onderneming (werk-bv) moeten houden. Als er naast het bedrijfspand ook een belang van ten minste 5% in de onderneming (werk-bv) wordt gehouden, blijft het bedrijfspand ondernemingsvermogen. Houdt u dit belang in de onderneming (werk-bv) niet, dan wordt het pand na de splitsing aan derden verhuurd en is er sprake van beleggingsvermogen.

9.2.3 Bezitseis overdrager

schenking

dga

Voor de toepassing van de vrijstelling in de Successiewet, moet de overdrager in geval van schenking de onderneming ten minste vijf jaar in bezit hebben en in geval van overlijden één jaar. De IB-ondernemer moet de onderneming gedurende deze bezitsperiode voor eigen rekening en risico hebben gedreven. De dga moet de aandelen in de bv gedurende deze periode in bezit hebben gehad en de bv moet gedurende deze periode de onderneming hebben gedreven.

indirect belang

De fiscus kijkt hierbij niet alleen naar het vermogen in de holding, maar ook naar het vermogen in de werkvennootschap(pen) met een indirect belang van meer dan 5%. Ook de aandelen en de activiteiten in de werkvennootschappen moeten in principe voldoen aan de bezitseis. Bij een uitbreiding van de onderneming zal in veel gevallen een nieuwe bezitstermijn starten, tenzij de overgenomen onderneming volledig opgaat in de bestaande onderneming.

Voorbeeld bezitseis

vof

Jan heeft samen met zijn compagnon een vof. Als zijn compagnon met pensioen gaat neemt Jan zijn firma-aandeel over. Zijn onderneming breidt dus uit van 50%-aandeel naar 100%-aandeel. Voor de uitbreiding van zijn aandeel naar 100% start een nieuwe bezitsperiode. Jan kan ook ervoor kiezen om de overgenomen onderneming volledig in te voegen in zijn eigen onderneming. Hierdoor is er sprake van één onderneming. Na het opgaan van de overgenomen onderneming in de bestaande onderneming is er nog slechts sprake van één onderneming, zodat er geen aparte bezitsperiode geldt.

uitbreiding

Het voorbeeld hierboven laat zien dat uitbreiding van de onderneming of het ondernemerschap tot verschillende uitkomsten kan leiden voor de vraag of voldaan is aan de bezitsperiode. Om verrassingen te voorkomen, is het goed om hier vooraf advies over in te winnen. Pas als aan de voorwaarden wordt voldaan, kunt u een beroep doen op de BOR. Houdt de bedrijfsopvolger zich niet aan de gestelde voorwaarden, dan wordt de vrijstelling teruggenomen.

9.2.4 Voortzettingseis opvolger

Om de vrijstelling ook daadwerkelijk te kunnen benutten, moet de opvolger voldoen aan de voortzettingseis. Hiervoor moet de opvolger de onderneming gedurende ten minste vijf jaar voortzetten. Voor de dga betekent dit hij de aandelen ten minste vijf jaar in bezit moet houden, én dat de bv de onderneming ten minste vijf jaar moet voortzetten. Wordt niet aan deze eis voldaan, dan vervalt de vrijstelling en moet u alsnog de schenk- of erfbelasting voldoen.

Als de onderneming failliet gaat of als u komt te overlijden, voldoet u niet aan de voortzettingseis. Bij uw overlijden kunnen de erfgenamen mogelijk de voortzettingsperiode volmaken, waardoor de heffing van de schenk- of erfbelasting alsnog wordt voorkomen.

herroepen

In geval van schenking van de onderneming kunt u ter voorkoming van belastingheffing bij faillissement het recht van herroeping inzetten. Door in de schenkingsovereenkomst op te nemen dat de schenking wordt herroepen in geval van faillissement, wordt de schenking teruggedraaid als aan de voorwaarden van faillissement wordt voldaan. Door de schenking te herroepen, wordt ook de heffing van schenkbelasting teruggenomen.