9.4 Het goede gesprek faciliteren
Om een goed gesprek te kunnen voeren, staan er twee belangrijke voorwaarden in de WOR. Ten eerste heeft de bestuurder de mogelijkheid tot het opleggen van geheimhouding (artikel 20 WOR) om uw OR zo meer en eerder te betrekken in besluitvormingstrajecten. Ten tweede mogen OR-leden niet benadeeld worden in hun dagelijkse werkzaamheden vanwege hun rol of functioneren in de OR (artikel 21 WOR). Zo mag u er in uw reguliere functie geen last van hebben als u bijvoorbeeld in de overlegvergadering een andere mening dan de bestuurder naar voren heeft gebracht. Maar er zijn ook andere regels als het gaat om het faciliteren van het goede gesprek. In het OR-reglement horen afspraken te staan over bijvoorbeeld het aankondigen en de verslaglegging van de overlegvergadering (artikel 23a WOR) om op die manier niet alleen open te zijn naar elkaar (bestuurder en OR), maar ook naar uw achterban.