U bent hier

11. De Groninger cognitielijst

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier MT Rendement
Publicatiedatum: mei 2021

Tot slot van dit themadossier over timemanagement kunt u nog een interessante test uitvoeren om te kijken hoe (ir)rationeel u zelf met bepaalde situaties omgaat. In de Groninger cognitielijst – ook bekend als de Irrational Beliefs Inventory – zijn schalen opgenomen voor het meten van verschillende gedachteclusters.

Als u op één van de deelgebieden ‘probleemvermijding (PV)’, ‘rigiditeit (RI)’, ‘piekeren (PI)’, ‘behoefte aan waardering (BW)’ en ‘externe controle (EC)’ bovengemiddeld scoort, bent u op dat gebied gevoeliger voor de negatieve gevolgen. Scoort u bijvoorbeeld bovengemiddeld op ‘piekeren’, dan staat u vaak te lang stil bij zaken die eigenlijk snel verholpen kunnen worden. Dit kan uw planning in gevaar brengen, waardoor u weer meer gaat piekeren. U moet dat patroon zien te doorbreken, bijvoorbeeld door advies te vragen bij een collega.

Zo min mogelijk neutraal

Denk niet te lang na; noteer uw antwoorden snel en ga door met de volgende uitspraak. Probeer ook zo min mogelijk van de derde, ‘neutrale’ antwoordmogelijkheid gebruik te maken. Kies dit antwoord alleen wanneer u echt niet kunt uitmaken of u het oneens of eens bent met de uitspraak.

Geef een antwoord dat overeenkomt met uw mening over de uitspraak, niet met wat u vindt dat uw mening zou moeten zijn.

Vragenlijst Sterk mee oneens Mee oneens Neutraal Mee eens Sterk mee eens
1 Als ik niet kan voorkomen dat iets gebeurt maak ik mij daar geen zorgen over 1 2 3 4 5
2 Ik pieker vaak over bepaalde dingen in de toekomst 1 2 3 4 5
3 Sommige mensen zijn slecht of gemeen en zouden streng gestraft moeten worden voor hun zonden 1 2 3 4 5
4 Men zou zich beter aan goede normen moeten houden dan men gewoonlijk doet 1 2 3 4 5
5 Ik wil dat iedereen mij aardig vindt 1 2 3 4 5
6 Ik kan met mijn gedachten vaak niet van bepaalde zorgen loskomen 1 2 3 4 5
7 Ik ben geneigd erg van streek te raken als dingen anders zijn dan ik graag zou willen 1 2 3 4 5
8 Ik ga vrij gemakkelijk door het leven 1 2 3 4 5
9 Jezelf voor alle fouten straffen, zorgt ervoor dat je in de toekomst geen fouten maakt 1 2 3 4 5
10 Ik denk zelden aan zaken als dood of een atoomoorlog 1 2 3 4 5
11 Ik vermijd het om mijn problemen onder ogen te zien 1 2 3 4 5
12 Of iemand lang boos of somber zal blijven heeft hij/zij zelf in de hand 1 2 3 4 5
13 Gewoonlijk probeer ik karweitjes of taken, die ik niet leuk vind, te vermijden 1 2 3 4 5
14 Mensen die iets verkeerd doen verdienen het om berispt te worden 1 2 3 4 5
15 Als iemand wil, kan hij onder bijna alle omstandigheden gelukkig zijn 1 2 3 4 5
16 Ik heb de neiging om me zorgen te maken over mogelijke ongelukken en rampen 1 2 3 4 5
17 Iets op zichzelf maakt je niet van streek, alleen de manier waarop je er tegen aankijkt 1 2 3 4 5
18 Veel mensen maken zich schuldig aan seksueel wangedrag 1 2 3 4 5
19 Ik raak vaak van streek als dingen fout lopen 1 2 3 4 5
20 Het is zondig om aan de Bijbel te twijfelen 1 2 3 4 5
21 Ik maak mij er vaak zorgen over of mensen mij wel waarderen en accepteren 1 2 3 4 5
22 Soms kan ik een angst niet van me afzetten 1 2 3 4 5
23 Ik vind het vreselijk om te falen 1 2 3 4 5
24 Angst voor straf helpt de mensen zich goed te gedragen 1 2 3 4 5
25 Ik deins ervoor terug om een crisis of moeilijkheid onder ogen te zien 1 2 3 4 5
26 Ik maak me weinig zorgen over onverwacht gevaar of toekomstige gebeurtenissen 1 2 3 4 5
27 Als iets noodzakelijk is, doe ik het, ook als het onplezierig is 1 2 3 4 5
28 Teleurstellingen maken me van streek 1 2 3 4 5
29 Men zou zich eigen fouten of misstappen ernstig kwalijk moeten nemen 1 2 3 4 5
30 Mensen raken niet in de war door de situaties zelf, maar door de manier waarop ze er tegen
aankijken 1 2 3 4 5
31 Belangrijke beslissingen stel ik meestal uit 1 2 3 4 5
32 Ik raak vreselijk van streek als dingen niet zo zijn zoals ik vind dat ze zouden moeten zijn 1 2 3 4 5
33 Eigenlijk zouden meer mensen de onplezierige kanten van het leven eens onder ogen moeten zien 1 2 3 4 5
34 Anderen helpen is het belangrijkste in het leven 1 2 3 4 5
35 Voor alles is er één juiste manier om dat te doen 1 2 3 4 5
36 Het is moeilijk voor mij om karweitjes te doen die ik vervelend vind 1 2 3 4 5
37 Het is van groot belang voor mij dat anderen mij waarderen 1 2 3 4 5
38 Te veel mensen met slechte bedoelingen ontlopen de straf die ze eigenlijk verdienen 1 2 3 4 5
39 In een huwelijk zouden er geen onderlinge tegenstellingen moeten zijn 1 2 3 4 5
40 Ik besteed vaak meer tijd aan het ontwijken van problemen dan het me tijd zou kosten ze op te lossen 1 2 3 4 5
41 Zedeloosheid zou streng gestraft moeten worden 1 2 3 4 5
42 Er is nooit een reden om erg lang treurig te blijven 1 2 3 4 5
43 Wat anderen van je denken, is erg belangrijk 1 2 3 4 5
44 Men zou moeten weigeren onprettige dingen te doen, hoe noodzakelijk deze ook mogen zijn 1 2 3 4 5
45 Ik kan er niet tegen risico’s te moeten nemen 1 2 3 4 5
46 Mensen scheppen hun eigen hel in zichzelf 1 2 3 4 5
47 Ik heb een hekel aan verantwoordelijkheid 1 2 3 4 5
48 Hoewel ik het prettig vind als anderen mij waarderen, heb ik dat niet echt nodig 1 2 3 4 5
49 Mensen die zich ellendig voelen, hebben dat zichzelf meestal aangedaan 1 2 3 4 5
50 Het houdt mij behoorlijk bezig wat andere mensen van mij vinden 1 2 3 4 5


Invullen (en her en der spiegelen)

Iedere vraag hoort bij één van de gedachteclusters. Door het cijfer dat u heeft omcirkeld in te vullen in het witte vakje bij de corresponderende vraag hiernaast, ziet u welke vraag betrekking heeft op welk gedachtecluster en krijgt u per cluster een score. Let op! Bij de vragen die tussen haakjes staan, moet u de score spiegelen. Dat betekent dat als u bij vraag 1 een 4 omcirkelde u een 2 invult. Als u een 5 omcirkelde vult u een 1 in (en omgekeerd). Een 3 blijft een 3.

Element PV RI PI BW EC
(1)
2
3
4
5
6
7
(8)
9
10
11
(12)
13
14
(15)
16
(17)
18
19
20
21
22
23
24
25
(26)
(27)
28
29
(30)
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
(42)
43
44
45
(46)
47
(48)
(49)
50
Totaal


Referentiegroepen

U kunt uw scores nu vergelijken met de normen die hieronder staan. U kunt dan voor alle gedachteclusters in één oogopslag zien of u op, onder of boven de norm zit. De normen zijn verschillend wat betreft geslacht en leeftijdscategorie.

20-29 30-39 40-49 50-59 >60
m v m v m v m v m v
PV 22,6 22,6 22,6 22,6 22,6 22,6 22,6 22,6 22,6 22,6
RI 41,6 41,6 41,7 41,7 43,2 43,2 46,8 46,8 48,2 48,2
PI 32,6 35,7 32,6 35,7 32,6 35,7 32,6 35,7 32,6 35,7
BW 19,6 22,3 19,6 19,6 19,6 19,6 19,6 19,6 19,6 19,6
EC 20,6 23,0 20,6 20,6 20,6 20,6 20,6 20,6 20,6 20,6
Totaal