2.1 Beginselen van goed werkgeverschap

Burgerlijk ­Wetboek

positie

gelijk ­behandelen

Om een goed werkgeversimago neer te zetten, begint u bij de basis door te controleren of uw organisatie zich als ‘goed werkgever’ gedraagt. Deze term vindt u terug in artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek. Om het iets concreter te maken, let u in ieder geval op de volgende beginselen:

• Zorgvuldig zijn: de werkgever moet zich zorgvuldig gedragen ten opzichte van werknemers. Daarbij is het uw taak om te onderzoeken wat er allemaal een rol speelt bij ingrijpende beslissingen binnen de organisatie. Denk ook aan overleg met de werknemers en dat u rekening moet houden met hun belangen.
• Geen misbruik maken van uw positie: als werkgever heeft u een sterkere positie, zorg dat uw werknemers niet het gevoel hebben volkomen afhankelijk te zijn van u.
• Ingrijpende beslissingen motiveren: door zo’n beslissing te motiveren, krijgen werknemers de mogelijkheid om de beslissing te overwegen en verweer te voeren.
• Verwachtingen waarmaken: vanuit dit vertrouwensbeginsel moet u de verwachtingen die werknemers van een werkgever hebben, kunnen waarmaken.
• Werknemers gelijk behandelen: op basis van dit gelijkheidsbeginsel mag u niet zomaar onderscheid maken tussen werknemers (zoals tussen mannen en vrouwen).
• Behoorlijke verzekering regelen: er moet een goede ongevallenverzekering aanwezig zijn om eventuele schade na een ongeval aan werknemers te vergoeden.