U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Assessments3. Toepassing van ­assessments3.5 Leiderschap

3.5 Leiderschap

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: november 2023

Goed leiderschap vraagt om een diversiteit aan vaardigheden om een omgeving te creëren waarin werknemers betrokken, tevreden en productief zijn. Een assessment helpt bij het identificeren en ontwikkelen van leiderschapskwaliteiten.

3.5.1 Effectiviteit

Een leiderschapsassessment is een krachtige tool die u inzicht biedt in leiderschapscompetenties, leiderschapsrollen en sterke en zwakke punten van individuele leiders. Dit assessment kunt u in verschillende situaties inzetten, bijvoorbeeld in het selectieproces om te beoordelen of een kandidaat de benodigde leiderschapskwaliteiten bezit voor een bepaalde rol. Daarnaast kunt u het inzetten voor de persoonlijke ontwikkeling van bestaande (of toekomstige) leiders binnen uw organisatie. De resultaten maken leiders bewust van hun sterke punten en ontwikkelingsgebieden, wat hun effectiviteit kan vergroten.

3.5.2 Managementrollen van Quinn

waardenmodel

Een goede aanvulling op het leiderschapsassessment is de Quinn Managementrollen-vragenlijst. Dit instrument is gebaseerd op het waardenmodel van Robert Quinn en biedt inzicht in de voorkeur van individuen voor specifieke managementrollen en hoe deze rollen zich verhouden tot de managementdoelstellingen in hun huidige functie. Het model onderscheidt vier fundamentele waarden:

  • Flexibiliteit: het vermogen om verandering en innovatie te omarmen.
  • Beheersing: de nadruk op efficiëntie en consistentie.
  • Interne gerichtheid: de focus op interne cohesie en samenwerking.
  • Externe gerichtheid: de nadruk op externe relaties en klantgerichtheid.

Aanpassingsvermogen

teamwork

Het model van Quinn beschrijft acht unieke management-rollen, waaronder de innovator (die creativiteit en aanpassing mogelijk maakt) en de stimulator (die teamwork en een gezamenlijk doel bevordert). In een ideale situatie houdt een leider deze acht rollen in balans door ze, afhankelijk van de situatie, af te wisselen. Dit vraagt om een behoorlijke mate van zelfbewustzijn en aanpassingsvermogen van een leidinggevende, die in staat moet zijn om soepel te schakelen tussen de diverse rollen.