U bent hier

11.2 Hoeveel verlof

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: juni 2020

maximaal 26 maal

Werknemers die aan de voorwaarden voldoen, hebben recht op maximaal 26 maal de overeengekomen arbeidsduur per week aan ouderschapsverlof. Dus als een werknemer een arbeidsovereenkomst heeft voor 40 uur per week, heeft hij recht op (26 × 40 =) 1.040 uur ouderschapsverlof.

Gemiddelde

berekenen

structureel meer

Als u met de werknemer geen arbeidsduur heeft afgesproken, moet u het verlofrecht berekenen op basis van het gemiddelde aantal uur per week over een periode van drie maanden. Bij een min-maxcontract geldt in elk geval het minimumaantal afgesproken contracturen – de zogenoemde garantie-uren – als arbeidsduur. Als de werknemer structureel meer werkt dan de garantie-uren of in het geval van een nulurencontract, moet u het gemiddelde aantal uren over de afgelopen drie maanden als uitgangspunt nemen. Als dat geen representatieve periode is – bijvoorbeeld door een piek in de werkzaamheden – kunt u het gemiddelde over een langere periode berekenen, bijvoorbeeld over een jaar.

meer of minder werken

Gaat de werknemer uit dienst voordat hij zijn volledige ouderschapsverlof heeft benut, dan moet u hem op zijn verzoek een verklaring geven met hoeveel verlof hij nog tegoed heeft. Hij kan die uren namelijk bij een nieuwe werkgever alsnog opnemen (volgens de regels daar).

Herberekening

Als de werknemer meer of minder gaat werken terwijl hij nog niet zijn volledige recht op ouderschapsverlof heeft verbruikt, moet u een herberekening maken voor zijn openstaande recht op verlof.

hoeveel verbruikt

dezelfde stappen

Stel dat een werknemer minder gaat werken, bijvoorbeeld 20 uur per week in plaats van 36 uur per week. U doorloopt dan deze stappen:

  • Bereken het oorspronkelijke verlofrecht, in dit geval dus 26 × 36 = 936 uur.
  • Bepaal hoeveel verlof de werknemer heeft verbruikt, bijvoorbeeld vijf weken, wat neerkomt op 5 × 36 = 180 uur.
  • Bepaald hoeveel verlof de werknemer nog over heeft, in dit geval 936 – 180 = 756 uur.
  • Deel de uitkomst door de oorspronkelijke werkweek, in dit geval 756 ÷ 36 = 21, wat betekent dat deze werknemer nog 21 weken aan ouderschapsverlof over heeft, wat nu dus 21 weken van 20 uur per week zijn.
  • vrij om te bepalen

    U moet dezelfde stappen voor de herberekening doorlopen als de werknemer meer gaat werken in plaats van minder.

    Opnemen

    De werknemer is vrij om te bepalen wanneer en hoe hij het ouderschapsverlof opneemt. Hij kan bijvoorbeeld kiezen voor een aaneengesloten verlofperiode, om een bepaalde periode minder te werken of voor diverse verlofperioden in verschillende jaren.

    schriftelijk

    niet per se kalenderdatum

    De werknemer moet u minstens twee maanden voor aanvang van het verlof laten weten dat hij ouderschapsverlof wil opnemen. Dat moet hij schriftelijk doen, onder vermelding van de verlofperiode, het aantal verlofuren per week en de spreiding van die uren over de week. Als u de arbeidsduur over een ander tijdvak dan een week met de werknemer bent overeengekomen, moet hij u het aantal verlofuren over dat andere tijdvak en de spreiding van de verlofuren over dat andere tijdvak doorgeven. De werknemer hoeft overigens niet per se een vaste kalenderdatum voor start en einde van het ouderschapsverlof op te geven. Hij kan dit bijvoorbeeld laten afhangen van de bevallingsdatum, het einde van bevallingsverlof of de start van verzorging van het kind.

    U mag het ouderschapsverlof niet weigeren, maar u kunt wel tot vier weken voor aanvang ervan de gewenste invulling wijzigen. Dit kan echter alleen als u daar een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang voor heeft én in goed overleg met de werknemer.

    Opschorten

    u moet instemmen

    Als de werknemer het aangevraagde ouderschapsverlof uiteindelijk niet (verder) wil opnemen of het verlof wil onderbreken, heeft u vier weken de tijd om op dit verzoek te reageren. U moet in elk geval instemmen met de stopzetting of onderbreking als de oorzaak hiervan is het opnemen van zwangerschaps- of bevallingsverlof of van adoptie- of pleegzorgverlof. Ligt de oorzaak in onvoorziene omstandigheden, dan mag u het verzoek van de werknemer alleen weigeren bij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Een onvoorziene omstandigheid is bijvoorbeeld (langdurige) ziekte van de werknemer, het alsnog vrijkomen van een plaats voor het kind in de kinderopvang of werkloosheid van de partner waardoor het gezinsinkomen onverwacht daalt.

    komt te vervallen

    Uw collectieve arbeidsovereenkomst (cao) kan overigens bepalen dat bij onderbreking wegens onvoorziene omstandigheden het verlof niet wordt opgeschort maar het stopgezette verlof komt te vervallen. De werknemer behoudt dan dus wel recht op eventueel verlof dat hij nog niet had aangevraagd.

    Alleen via cao afwijken in nadeel werknemer

    mogelijk

    start en einde laten afhangen

    blijft in stand

    Van de wettelijke regeling voor ouderschapsverlof kan niet in het nadeel van de werknemer worden afgeweken. Slechts bij cao is het mogelijk om dat wel te doen, maar alleen voor wat betreft de volgende punten:

    • dat een werknemer recht heeft op het verlof als hij zijn werkzaamheden buiten Nederland verricht;
    • dat het recht van ouderschapsverlof komt te vervallen als het kind de leeftijd van 8 jaar bereikt;
    • dat de werknemer de melding minstens twee maanden voor aanvang van het verlof moet doen;
    • dat de werknemer start en einde van het verlof mag laten afhangen van de bevallingsdatum, het einde van bevallingsverlof of de start van verzorging van het kind;
    • dat u moet instemmen met een verzoek van de werknemer tot opschorten van het verlof wegens onvoorziene omstandigheden.

    Afloop

    één jaar de mogelijkheid

    Tijdens het ouderschapsverlof blijft de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst gewoon in stand, zowel qua functie als qua werkuren. Na afloop van het ouderschapsverlof heeft de werknemer wel de mogelijkheid om zijn werktijden tijdelijk aan te passen. Hierbij blijft het aantal werkuren wel hetzelfde. Het gaat dus puur om de verdeling van de uren. De werknemer heeft in principe één jaar de mogelijkheid om zijn werktijden aan te passen. Het verzoek hiertoe moet hij drie maanden voor afloop van het ouderschapsverlof bij u indienen. U moet hier uiterlijk vier weken voor het einde van het verlof op reageren, wat ook een afwijzing mag zijn.