4.2 Opzegtermijn
standaard
De werknemer kan zijn arbeidscontract voor onbepaalde tijd met uw organisatie op elk gewenst moment opzeggen. Op het moment dat hij dat doet, begint meestal een opzegtermijn te lopen. Voor werknemers geldt standaard een opzegtermijn van één maand. Vaak zeggen werknemers op tegen de laatste dag van de maand, wat inhoudt dat de laatste dag van de volgende maand de laatste dag van het dienstverband is. Als een werknemer zijn arbeidsovereenkomst op 6 oktober opzegt en een opzegtermijn van een maand heeft, eindigt zijn contract op 30 november. 30 november is dan de dag waartegen de werknemer mag opzeggen.
cao
Alleen in de cao of arbeidsovereenkomst kan worden bepaald dat de werknemer tegen een andere dag dan de laatste dag van de maand moet of mag opzeggen.
Verdubbeling
In de (collectieve) arbeidsovereenkomst kan een andere opzegtermijn dan de wettelijke opzegtermijn zijn afgesproken. De maximale opzegtermijn die u voor de werknemer kunt vaststellen, is zes maanden. Als u een dergelijke afspraak maakt, moet u bedenken dat voor uw organisatie het dubbele van die periode aan opzegtermijn geldt.
Rechter
verlengen
Zou u de opzegtermijn van de werknemer bijvoorbeeld willen verlengen naar twee maanden, dan geldt er in principe voor uw organisatie een opzegtermijn van vier maanden. Als de kantonrechter het arbeidscontract ontbindt, eindigt het contract op een door de rechter bepaald moment. Hierbij wordt meestal rekening gehouden met de opzegtermijn.