8.3 Boete
overtreding
misdrijf
De wet maakt binnen de strafbare feiten onderscheid tussen overtredingen en misdrijven:
- Een overtreding is de gedraging die erop is gericht om te voorkomen dat de fiscus kan beschikken over de voor een goede belastingheffing benodigde gegevens. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als u de inspecteur belemmert uw administratie in te zien, geen (volledige) administratie voert, niet (volledig) aan uw fiscale bewaarplicht voldoet of geen antwoord geeft op zijn vragen die van belang zijn voor de belastingheffing van uw onderneming.
- Een misdrijf is bijvoorbeeld het opzettelijk niet, te laat, onjuist of onvolledig doen van aangifte loonheffingen.
Strafbare feiten kunnen uw onderneming niet alleen geldboetes van de Belastingdienst en omkering van de bewijslast opleveren, maar kunnen zelfs tot gevangenisstraf leiden. Ook bij fraude en andere ernstige fiscale onregelmatigheden kan het (fiscaal) strafrecht spelen.
De Belastingdienst zal in eerste instantie proberen om een strafbaar feit bestuursrechtelijk af te handelen, wat dus meestal via het opleggen van een geldboete gebeurt.
Vergrijp
25%, 50% of 100% boete
Blijkt bij de looncontrole dat er sprake is van grove schuld, opzet of fraude waardoor er te weinig loonheffingen zijn betaald, dan legt de Belastingdienst een vergrijpboete op van respectievelijk 25%, 50% of zelfs 100% over het naheffingsbedrag, eventueel verdubbeld als er sprake is van herhaling van het vergrijp (recidive).
goed gemotiveerd
Omdat het bij een vermeend vergrijp om hoge boetes gaat, doet u er goed aan om de motivatie van de controleambtenaar voor het opleggen van een vergrijpboete goed te bekijken en goed gemotiveerd aan te geven waarom die boete volgens u onterecht of tegen een te hoog percentage is opgelegd.
Verzuim
10% boete
Als naar aanleiding van de looncontrole niet wordt geconcludeerd dat er sprake is van een vergrijp, kan er wel sprake zijn van een verzuim waardoor uw onderneming te weinig loonheffingen heeft betaald. De Belastingdienst kan dan een verzuimboete opleggen van 10% van het nog verschuldigde bedrag (maar minimaal € 50 en maximaal € 5.278).
Het is niet de controleambtenaar zelf die de hoogte van de boete bepaalt, maar een interne boetedeskundige van de Belastingdienst. Dit is gedaan om de schuldvraag zo objectief mogelijk vast te stellen, aangezien de boetedeskundige verder niet bij de looncontrole is betrokken.
Besparen
nageheven bedrag lager
Uw onderneming kan op de boete bij een naheffingsaanslag besparen door ervoor te zorgen dat het nageheven bedrag aan loonheffingen – de basis waarover de boete en heffingsrente worden berekend – lager uitvalt.
verhaalbare naheffing
alsnog niet verhalen
minder betalen
Een manier om dat te doen, is door in eerste instantie te kiezen voor een verhaalbare naheffingsaanslag, maar de nageheven loonbelasting/premie volksverzekeringen uiteindelijk toch niet te verhalen op de werknemers. Dit verloopt via twee stappen:
Bij stap 1 hoeft uw onderneming minder te betalen dan als u een niet-verhaalbare naheffingsaanslag zou krijgen waarbij de verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen tegen het (gebruteerde) tabeltarief zou zijn berekend.
Als er geen eindheffing wordt toegepast bij de naheffing valt niet alleen het nageheven bedrag aan loonheffingen lager uit, maar ook de over dit bedrag berekende boete (en eventuele belastingrente).
geen beboetbaar feit
Bij stap 2 maakt uw onderneming gebruik van het recht om te besluiten de door de werknemers verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen (alsnog) voor eigen rekening te nemen. De Belastingdienst zal hiervoor een nieuwe naheffingsaanslag opleggen in het jaar waarin u besluit om niet te gaan verhalen. Omdat hierbij geen sprake is van een beboetbaar feit, zal de fiscus bij die nieuwe naheffing geen boete (of belastingrente) in rekening brengen.
Via deze twee stappen bespaart uw onderneming zich dus een deel van de boete (en belastingrente) bij de naheffing.