6.1 Aansprakelijkheid
verschuldigde loonheffingen
De ketenaansprakelijkheid houdt in dat als een onderaannemer de verschuldigde loonheffingen voor zijn werknemers – waaronder een eventuele directeur-grootaandeelhouder (dga) – niet betaalt, de aannemer(s) hoger in de keten aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het nog verschuldigde bedrag.
De ketenaansprakelijkheid geldt voor álle loonheffingen, dus zowel voor de loonbelasting en de premie volksverzekeringen (samen ‘loonheffing’), als voor de premies werknemersverzekeringen als de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW).
Ook aansprakelijk voor rente en kosten
De aannemer(s) in een keten kunnen ook aansprakelijk worden gesteld voor invorderingsrente en eventuele kosten voor naheffingsaanslagen loonheffingen als die aan henzelf te wijten zijn. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de aannemer de factuur van de onderaannemer te laat heeft betaald.
De Belastingdienst brengt de aannemer invorderingsrente en eventuele kosten in rekening als hij zijn aansprakelijkheidsschuld te laat betaalt.
Hoofdelijk
De hoofdaannemer is hoofdelijk aansprakelijk voor de loonheffingen die zijn onderaannemer moet betalen, én voor de verschuldigde loonheffingen van alle eventuele volgende onderaannemers. Elke onderaannemer – op zijn beurt aannemer voor de onderaannemer aan wie hij werkzaamheden uitbesteedt – is hoofdelijk aansprakelijk voor de loonheffingen die zijn onderaannemer is verschuldigd, én voor de loonheffingen die alle onderaannemers lager in de keten zijn verschuldigd.
buiten
De opdrachtgever – die de opdracht geeft aan de hoogste aannemer in de keten – valt buiten de ketenaansprakelijkheid. De hoogste schakel in een keten die meetelt voor de ketenaansprakelijkheid is dus de hoofdaannemer.
De keten voor de ketenaansprakelijkheid voor de loonheffingen eindigt niet bij de hoofdaannemer als het een opdrachtgever in de confectiesector betreft of een koper van nog te maken kleding. Deze partijen een schakel hoger vallen ook onder de aansprakelijkheid (zie paragraaf 5.1).
Eigen bedrijf
voor meer dan 50%
Het kan zijn dat de onderaannemer het werk geheel of grotendeels in zijn eigen bedrijf uitvoert, en dus niet bij de aannemer. Geldt dat voor meer dan 50% van de voor het werk benodigde arbeidsuren, dan is de aannemer niet aansprakelijk voor de loonheffingen over het werk. Dit is echter anders als het om het maken van kleding gaat (en elke daarop gerichte handeling), maar weer niet als het schoeisel betreft.
Als een onderaannemer personeel inleent om het werk uit te voeren en de uitlener betaalt de loonheffingen (en BTW) rond dat personeel niet, kan de onderaannemer hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Dit valt dan echter onder de inlenersaansprakelijkheid (zie hoofdstuk 7).
Zelfstandige
geen risico
Als uw onderneming voor een werk van stoffelijke aard een zelfstandige zonder personeel inschakelt (zie paragraaf 2.2), loopt u geen risico voor wat betreft de ketenaansprakelijkheid. Deze opdrachtnemer heeft immers geen personeel in dienst en is dus geen loonheffingen verschuldigd.
ook uw onderneming
Dat is anders als de zelfstandige zonder personeel (zzp’er) het werk geheel of deels uitbesteedt aan een andere partij, die hiervoor wel werknemers inzet. Dan kan niet alleen de zzp’er zelf maar ook uw onderneming aansprakelijk worden gesteld voor de loonheffingen rond die werknemers die de ingeschakelde partij niet betaalt.