9.1 Rekening openen
kan rekening nodig hebben
Het is de onderaannemer of uitlener (of doorlener) waarmee uw onderneming zaken doet die over de g-rekening moet beschikken. Uw onderneming kan zo’n rekening uiteraard ook nodig hebben als u bijvoorbeeld ook weer een aannemer boven u in de keten heeft (en u dus op uw beurt ook onderaannemer bent).
Aanvraag
formulier
opsturen
Om een g-rekening te openen, moet het formulier ‘Aanvraag g-rekening’ worden gebruikt. Dit formulier is te vinden op belastingdienst.nl. Op dit formulier vult de aanvrager diverse gegevens over de onderneming in, bij welke bank hij de g-rekening wil openen en waarom (zoals onderaanneming of uitlening van personeel). Als het formulier helemaal is ingevuld, moet de aanvrager het opsturen naar Belastingdienst/Centrale Administratieve Processen, Team WKA, Postbus 9048, 7300 GK te Apeldoorn.
Beoordeling aanvraag g-rekening
toetst aan criteria
uitsluitend
De Belastingdienst neemt de aanvraag voor de g-rekening in behandeling en toetst deze aan de criteria in de Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004. Bij de beoordeling gaat de fiscus na of de aanvrager voor een g-rekening in aanmerking komt. Dat is het geval als er inhoudingsplicht voor de loonheffingen bestaat en de aanvrager:
- zijnde onderaannemer, werk in onderaanneming uitvoert (of dit binnenkort gaat doen);
- zijnde uitlener (of doorlener) – zich uitsluitend (of nagenoeg uitsluitend) bezighoudt met het uitlenen van personeel tegen vergoeding.
g-rekeningovereenkomst
Het kan zijn dat een doorlener niet inhoudingsplichtig is voor de loonheffingen. Deze doorlener kan dan een g-rekening aanvragen op zijn BTW-nummer.
Toewijzing
drie exemplaren
Bij toewijzing van de g-rekening stelt de fiscus een g-rekeningovereenkomst op. In deze overeenkomst worden de afspraken rond de g-rekening vastgelegd. Bijvoorbeeld dat het saldo van de rekening alleen mag worden gebruikt om loonheffingen te betalen aan de Belastingdienst – en BTW in het geval van inlening – of om door te storten naar een andere g-rekening in verband met aanneming van werk of inlening van personeel. De fiscus maakt drie exemplaren van de g-rekeningovereenkomst:
- één exemplaar voor de aanvrager;
- één exemplaar voor de Belastingdienst;
- één exemplaar voor de betreffende bank.
binnen een maand
De Belastingdienst ondertekent elk exemplaar van de g-rekeningovereenkomst en stuurt die naar de aanvrager. De aanvrager ondertekent elk exemplaar ook en gaat hiermee naar de bank; dit moet binnen een maand na ontvangst van de g-rekeningovereenkomsten gebeuren, anders is de overeenkomst niet meer geldig en is een nieuwe aanvraag nodig. Als de bank akkoord gaat, kent deze een g-rekeningnummer toe. De bank ondertekent dan ook elk exemplaar van de g-rekeningovereenkomst en zorgt ervoor dat een door alle partijen ondertekend exemplaar bij de Belastingdienst en bij de aanvrager terechtkomt.
Een g-rekening is te herkennen aan de eerste twee nummers van de bankrekening: 99 (karakters 10 en 11 bij de IBAN-code, zoals NL44RABO0991234567). De g-rekening is gekoppeld aan een loonheffingennummer. Er kan meer dan één subnummer aan de rekening worden gekoppeld.
Afwijzing
sowieso
per brief
Het kan zijn dat de Belastingdienst de aanvraag voor de g-rekening afwijst. Dat gebeurt sowieso als niet aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan, bijvoorbeeld als de aanvrager een zelfstandige zonder personeel (zzp’er) is (die geen inhoudingsplicht voor de loonheffingen heeft vanwege het ontbreken van werknemers). Een afwijzing kan ook als achtergrond hebben dat de aanvrager al een g-rekening heeft of dat de fiscus onjuist gebruik van de g-rekening verwacht. De Belastingdienst laat de aanvrager per brief weten dat de aanvraag voor de g-rekening niet wordt toegewezen, en waarom dat is.