5.4 Milieu-investeringsaftrek
Naast de KIA en de EIA kunt u voor sommige milieubevorderende investeringen in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek (MIA). Bepaalde milieuvriendelijke investeringen komen ook in aanmerking voor de VAMIL-regeling (willekeurige afschrijving). Iedere onderneming die in Nederland IB of VPB betaalt, kan in principe gebruikmaken van de MIA.
De MIA en VAMIL zijn twee verschillende regelingen maar worden vaak gecombineerd. Beide regelingen maken gebruik van de zogenoemde Milieulijst. Op deze lijst staan alle bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor MIA en VAMIL.
5.4.1 Hoogte van de MIA
De hoogte van de MIA is afhankelijk van in welke categorie de milieu-investering op de Milieulijst van de RVO is ingedeeld en bedraagt 13,5%, 27% of 36%.
Net als bij de EIA moet het gaan om een nog niet eerder in gebruik genomen bedrijfsmiddel (dus ‘nieuwe’ bedrijfsmiddelen). Voor de MIA geldt een minimuminvesteringsbedrag van € 2.500. Een aantal bedrijfsmiddelen zijn uitgesloten van deze aftrek. Het plafond voor de MIA is € 25 miljoen per ondernemer en per bedrijfsmiddel. De overheid heeft voor de MIA een budget vastgesteld van € 124 miljoen.
5.4.2 Wel samen met KIA, maar niet met EIA
combineren
De MIA is te combineren met de KIA, maar niet met de EIA. Als de investering voor zowel EIA als MIA in aanmerking komt, zult u al snel kiezen voor de EIA. Immers, deze bedraagt 45% tegenover een maximale MIA van 36%.
5.4.3 Aanmelden bij RVO
kosten
Ook voor de MIA geldt dat u uw investering binnen drie maanden (digitaal) moet aanmelden bij de RVO. Hiervoor heeft u eHerkenning nodig. Brengt u zelf de investering voort, dan geldt dat de driemaandstermijn aanvangt op de eerste dag volgend op het kwartaal waarin u de voortbrengingskosten hebt gemaakt.
5.4.4 Keuze in aangifte
Net als bij de EIA moet u de keuze voor de MIA kenbaar maken bij uw aangifte. Dit betekent in de praktijk dat de keuze uiterlijk moet zijn gemaakt op het moment dat de aanslag onherroepelijk vaststaat. U kunt nog wel om een ambtshalve vermindering verzoeken binnen vijf jaar na afloop van het belastingjaar.