U bent hier

Onderneming & Fiscus
Eigen woning en bedrijfswoning3. Het nieuwe regime3.5 Overige hypotheekvormen

3.5 Overige hypotheekvormen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: oktober 2016

hypotheek-vormen

Voor hypotheekvormen die tot en met 31 december 2012 zijn afgesloten, blijft de hypotheekrenteaftrek in stand. Onder de verhuisregeling mag u deze ‘oude’ hypotheek gewoon meenemen. We besluiten dit hoofdstuk met een overzicht van bekende hypotheekvormen.

3.5.1 Spaarhypotheek

spaar-
hypotheek

spaarsaldo

Bij een als veilig bestempelde spaarhypotheek betaalt u gedurende de hele looptijd rente over de gehele schuld en spaart u via een kapitaalverzekering. Aan het einde van de rit is het spaarsaldo gelijk aan de hypotheekschuld en kunt u uw schuld ineens aflossen. De rente op het gespaarde kapitaal is even hoog als de hypotheekrente die u betaalt. Vooral bij een hoge hypotheekrente is dit aantrekkelijk. Vaak is een overlijdensrisicoverzekering verplicht.

3.5.2 Bankspaarhypotheek

bankspaar-hypotheek

Sinds 1 januari 2008 mag u fiscaal gunstig sparen of beleggen bij een bank voor de aflossing van uw hypotheek. Het gaat dan om een bankspaarhypotheek of een box 1-beleggingshypotheek. U stort het geld niet in een verzekering, maar op een geblokkeerde spaarrekening bij de bank. De rente op het spaarsaldo is gelijk aan de hypotheekrente. De bank kan een overlijdensrisicoverzekering vragen, af te sluiten bij een verzekeraar naar keuze.

3.5.3 Aflossingsvrije hypotheek

aflossingsvrije hypotheek

Bij deze risicovolle hypotheekvorm betaalt u gedurende de looptijd alleen rente en lost u niets af. De hele hypotheekschuld blijft dus in stand, tenzij u vrijwillig aflost. Als u de hypotheek afsloot vóór 2013 is de rente fiscaal aftrekbaar. Stijgt de rente, dan stijgen de maandlasten mee. Om de risico’s in te perken, mag een nieuwe aflossingsvrije hypotheek niet hoger zijn dan 50% van de vrije verkoopwaarde van de woning.

3.5.4 Beleggingshypotheek

beleggings-hypotheek

Bij een beleggingshypotheek stort u een maandelijkse premie voor een kapitaalverzekering die door de geldverstrekker wordt belegd. De winst en het opgebouwde kapitaal zijn vrijgesteld van vermogensrendementsheffing, met de opbrengst lost u aan het eind van de rit uw hypotheek af. Althans, in een ideale wereld. In 2.5 kon u lezen hoe het anders liep.

3.5.5 Traditionele levenhypotheek

leven-
hypotheek

De winstdelende levenhypotheek dateert uit de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw. U sloot naast de lening een kapitaalverzekering af die op de einddatum gegarandeerd 60 tot 70% van de waarde van de hypotheek zou uitkeren. Het restantbedrag zou volgens de geldverstrekker uit de jaarlijkse winstbijschrijving worden gedekt. Dit laatste pakte anders uit, en bovendien rekenden de verzekeraars hoge kosten door. Om een restschuld te voorkomen is omzetting naar een (bank)spaarhypotheek sterk aan te bevelen.

3.5.6 Hybride hypotheek

hybride
hypotheek

De hybride hypotheek combineert de spaarhypotheek en de beleggingshypotheek. U kunt de maandelijkse premie voor de kapitaalverzekering naar eigen inzicht op een spaarhypotheekrekening storten of (laten) beleggen. Bij keuze voor het eerste, gebruikt u de hypotheek eigenlijk als een spaarhypotheek. Als u met opgebouwd kapitaal wil switchen van sparen naar beleggen of andersom, kunnen de kosten flink oplopen.

3.5.7 Krediethypotheek

krediet-
hypotheek

Een krediethypotheek, een variant op de aflossingsvrije hypotheek, heeft de vorm van doorlopend krediet waarbij uw eigen woning als onderpand dient. Met de zekerheid van het onderpand biedt de geldverstrekker een lagere rente dan bij een normaal doorlopend krediet, maar wel vaak hoger dan de reguliere hypotheekrentetarieven.

Sinds 2013 is de krediethypotheek alleen nog voor doorstromers beschikbaar: zij mogen oversluiten of omzetten zonder hun renteaftrek mis te lopen. U mag uw krediet-hypotheek echter niet verhogen.