U bent hier

Onderneming & Fiscus
Contact met de Belastingdienst6. Vooraf afspraken maken met de Belastingdienst6.2 Ruling

6.2 Ruling

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: maart 2024

eenzijdig

Naast de vaststellingsovereenkomst maakt de fiscus ook gebruik van een vooroverleg of ‘ruling’. Dit is een eenzijdige standpuntbepaling van de kant van de inspecteur. In de ruling legt hij de fiscale gevolgen van een voorgenomen handelen van de belastingplichtige vast. De fiscus is gebonden aan deze toezegging, u als belastingplichtige bent dit niet. Vooroverleg voorziet in een behoefte van veel ondernemingen doordat het vooraf zekerheid biedt over de fiscale gevolgen van voorgenomen handelingen. Het voordeel van vooroverleg is dat u makkelijker uw verplichtingen correct en tijdig kunt nakomen.

Verzoek om vooroverleg over gebruikelijk loon

omschrijving

onderbouwing

argument

Op de site van de Belastingdienst vindt u een checklist die bedoeld is voor het indienen van een verzoek om een vooroverleg over het gebruikelijk loon van de dga. Deze checklist schrijft voor wat u dan moet vermelden:

  • een gedetailleerde omschrijving van de aard en de omvang van uw werkzaamheden;
  • lonen van werknemers in de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’;
  • een onderbouwing waarom dit de meest vergelijkbare dienstbetrekking is;
  • het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van uw onderneming;
  • de argumenten waarom voor u geen of een lager gebruikelijk loon zou moeten gelden.

bezwaar

Het antwoord van de inspecteur bevat zijn standpunt over de kwestie. U mag daaraan vertrouwen ontlenen: u mag ervan uitgaan dat u juist handelt als u handelt zoals de inspecteur in het vooroverleg aangeeft. Het gaat niet om een beschikking en dus kunt u geen bezwaar aantekenen tegen de informatie in het standpunt.

6.2.1 Verzoek om vooroverleg

analyse

Als u een verzoek wilt indienen voor een ruling, moet u een duidelijke analyse insturen. Daarin staat het toepasselijke recht waarmee u uw standpunt, zienswijze of conclusie onderbouwt. Zet daarom in uw verzoek in elk geval:

  • de namen van de betrokken (rechts)personen;
  • de burgerservicenummers (BSN’s) of de Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatienummers (RSIN’s) van de bij de zaak betrokken (rechts)personen;
  • het onderwerp waarover u een standpunt vraagt;
  • alle relevante feiten en omstandigheden en de door u vermoede fiscale gevolgen van uw toekomstige handelingen.

U kunt ook gebruikmaken van het standaardformulier voor een verzoek om vooroverleg. Dit formulier kunt u downloaden via de site van de Belastingdienst.

6.2.2 Internationaal

De fiscus kan rulings ook inzetten bij internationaal ondernemen. Dat gaat vaak om zekerheid vooraf over de heffing van vennootschapsbelasting in de vorm van Advance Pricing Agreements (APA’s) en Advance Tax Rulings (ATR’s).

APA

gelieerd

transfer 
pricing

Een APA geeft vooraf zekerheid over de vaststelling van een zakelijke beloning of een methode voor de vaststelling van een zakelijke beloning voor grensoverschrijdende transacties (goederen en diensten) tussen gelieerde ondernemingen, of tussen onderdelen van eenzelfde onderneming. Dit gebeurt op basis van de ‘transfer pricing’-richtlijnen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

ATR

Een ATR geeft vooraf zekerheid over de fiscale gevolgen van een voorgenomen transactie of combinatie van transacties in een internationale context. Het gaat om de toepassing van de Nederlandse fiscale wet- en regelgeving in een specifieke situatie bij een specifieke onderneming.

Ruling of verkapte staatssteun?

reikwijdte

kenbare fouten

Vaak worden rulings gesloten bij de vestiging van buitenlandse ondernemingen in Nederland. Dat hierbij in sommige gevallen aanzienlijke concessies worden gedaan, blijkt uit de ruling met koffieketen Starbucks. De Europese Commissie (EC) was van oordeel dat er sprake is van verkapte staatssteun. Volgens de commissie betaalde de keten minder belastingen dan volgens de Nederlandse wet verschuldigd is. In 2019 verklaarde het Gerecht van de EU het besluit van de EC nietig. De EC heeft niet aannemelijk kunnen maken dat er sprake was van een economisch voordeel (van € 25,7 miljoen) binnen de reikwijdte van EU-staatssteunregels. De EC is niet in beroep gegaan tegen de uitspraak van het Gerecht. Toch zullen ondernemingen zich ervan bewust moeten zijn dat rulings onder de staatssteunregels kunnen worden aangevochten door de EC als de onderliggende analyse kenbare fouten bevat.