U bent hier

Onderneming & Fiscus
BTW-regels bij zakendoen met het buitenland4. Dienstverlening binnen de Europese Unie4.3 Plaats van dienst

4.3 Plaats van dienst

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: juni 2019

hoofdregel

Een intracommunautaire dienst is belast daar waar de afnemer gevestigd is. Deze hoofdregel heeft als voordeel dat u veel minder vaak te maken krijgt met in rekening gebrachte buitenlandse BTW. De afnemende ondernemer berekent immers zelf de BTW en betaalt deze in zijn eigen land.

Maar u moet de intracommunautaire diensten nog wel opnemen in uw BTW-aangifte en uw opgaaf ICP (zie paragraaf 4.5 en 4.6).

4.3.1 Uitgezonderde diensten ondernemers

onroerend

kortdurend

Op de hoofdregel gelden een aantal uitzonderingen. Het gaat om de volgende diensten die belast zijn in het land waar de dienst plaatsvindt (zie paragraaf 5.1 ):

  • diensten met betrekking tot onroerende zaken, waaronder onderhoud;
  • diensten die te maken hebben met cultuur, kunst, sport, wetenschap, ontspanning of onderwijs;
  • diensten van restaurants en cateringbedrijven;
  • diensten bestaande uit personenvervoer;
  • kortdurend verhuur van vervoermiddelen.

Voorbeeld: kosten van zakelijke reis

Stel dat u voor zakelijke doeleinden in Frankrijk bent. U ontvangt een factuur met Franse BTW van het hotel waarin u verbleef en van het taxibedrijf. Deze BTW betaalt u in Frankrijk. U geeft de BTW niet op in uw aangifte omzetbelasting. U kunt de BTW uit Frankrijk digitaal terugvragen via de Nederlandse Belastingdienst (zie hoofdstuk 8).

4.3.2 Uitgezonderde diensten particulieren

plaats

tussenpersoon

Als u diensten levert aan particulieren binnen de EU, is de hoofdregel dat de dienst belast is daar waar de dienstverlener is gevestigd. Voor de volgende diensten gelden afwijkende regels voor de plaats waar de dienst belast is:

  • diensten met betrekking tot onroerende zaken;
  • diensten die te maken hebben met cultuur, kunst, sport, wetenschap, ontspanning of onderwijs;
  • diensten van restaurants en cateringbedrijven;
  • diensten bestaande uit personenvervoer;
  • kortdurend verhuur van vervoermiddelen;
  • langdurend verhuur van vervoermiddelen;
  • diensten met betrekking tot goederenvervoer;
  • werkzaamheden aan roerende zaken, waaronder onderzoek door deskundigen;
  • bemiddeling in naam en voor rekening van derden (tussenpersoon);
  • activiteiten die met goederenvervoer samenhangen, zoals laden, lossen, intern vervoer en soortgelijke diensten;
  • telecommunicatiediensten, omroep- en elektronische diensten (digitale diensten).

In hoofdstuk 5 leest u meer over de regels die gelden voor uitgezonderde diensten, zoals de mini-one-stop-shop-regeling (MOSS-regeling) voor digitale diensten.