U bent hier

Onderneming & Fiscus
Belastingcontrole6. Controle van de loonheffingen6.3 Brutering

6.3 Brutering

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier BV Rendement
Publicatiedatum: juni 2016

verhaal

loon-
bestanddeel

verstrekking

Naheffingsaanslagen voor de loonheffing worden meestal bij u als inhoudingsplichtige werkgever geheven. Als u deze nageheven loonheffing voor eigen rekening neemt en niet op de betrokken werknemers verhaalt, voldoet u daarmee feitelijk een schuld van de werknemer. Dit is voor hem een voordeel waarover hij weer loonheffing en premies werknemersverzekeringen is verschuldigd. Over de niet-verhaalde loonheffing moet u dus weer loonheffingen en premies werknemersverzekeringen berekenen. Dit wordt brutering genoemd, waarbij er een onderscheid is tussen directe en indirecte brutering:

  • Directe brutering speelt als het loonbestanddeel waarop geen loonheffing is ingehouden al bij het toekennen ervan als een netto-uitkering bedoeld is. Denk hierbij aan een bovenmatige kostenvergoeding waarvan u en uw werknemer zich bewust waren op het moment dat u deze uitbetaalde en waarvan u op dat moment al had besloten om de verschuldigde loonheffing voor uw rekening te nemen. Bij het berekenen van de naheffingsaanslag zult u in dit geval dan direct moeten bruteren.
  • Indirecte brutering komt aan de orde als u en de werknemer zich van de verstrekking van loon niet bewust zijn geweest. Dit is ook het geval als u zich wel van de loonverstrekking bewust was, maar nog geen beslissing nam over het verhalen van de nageheven loonheffing. Zolang u geen beslissing over het verhalen van de loonheffing neemt, kan de inspecteur voor de loonbelasting alleen een naheffingsaanslag zonder brutering aan uw onderneming opleggen. Pas op het moment dat u besluit om de nageheven loonheffing niet op uw werknemers te verhalen, vormt de niet-verhaalde loonheffing weer loon en moet deze indirect worden gebruteerd.

Voorbeeld brutering

kilometer-vergoeding

marginaal

Stel, u heeft werknemer W. een onjuiste kilometervergoeding uitbetaald. Na een looncontrole leidt dit tot een looncorrectie van € 750. Deze € 750 is dus netto uitbetaald. De Belastingdienst legt een naheffingsaanslag op omdat hierover geen loonheffing is ingehouden. W. betaalt over de top van zijn inkomen 42% belasting. Hij kreeg € 750 te veel uitbetaald. Als u de alsnog verschuldigde loonheffing over € 750, te weten € 315, niet op hem verhaalt, vormt de heffing weer loon voor W. Als W. bij een marginaal belastingtarief van 42% netto € 750 wil overhouden, zult u bruto € 1.293,10 aan hem moeten geven. De over het brutoloon verschuldigde loonheffing bedraagt dan € 543,10 (42% over € 1.293,10), waardoor er een nettobedrag van € 750 resteert. Als u toch besluit om de nageheven loonheffing op W. te verhalen, wordt er een naheffingsaanslag van € 543,10 opgelegd. Deze houdt u in op het loon van W.

Verhaal

eigen fout

U kunt brutering voorkomen door de naheffing loonbelasting alsnog te verhalen op uw werknemers. Dat kan bijvoorbeeld door de nageheven loonheffing op het loon van de werknemer in te houden. Veel werkgevers willen de nageheven loonheffing niet op hun werknemers verhalen, bijvoorbeeld om arbeidsonrust binnen de onderneming te voorkomen of omdat de ten onrechte niet afgedragen loonheffing aan een eigen fout is te wijten.

Geen brutering

omstandigheid

redelijkheid en billijkheid

Brutering hoeft niet plaats te vinden als u door een zogenoemde bijzondere omstandigheid de loonheffing niet op uw werknemer kan verhalen. Denk aan een situatie waarin de werknemer niet meer bij u in loondienst is en uw advocaat u laat weten dat het verhalen van de loonheffing met een beroep op de redelijkheid en billijkheid vrijwel zeker zal mislukken. De fiscus legt dan de naheffingsaanslag loonbelasting voor hetzelfde bedrag op als in het geval waarin u wel zou verhalen.