U bent hier

7.1 Subsidieregeling praktijkleren

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: februari 2020

investering

De overheid wil heel graag dat werkgevers praktijkplaatsen en werkleerplaatsen (blijven) aanbieden, ondanks de investering die dat kost. De subsidieregeling praktijkleren zorgt er in ieder geval voor dat de financiële investering in de begeleiding voor werkgevers geen struikelblok vormt.

7.1.1 Drie doelgroepen

tekorten

kwetsbaar

De regeling richt zich uitsluitend op sectoren die onder druk staan of waarin Nederland grote behoefte aan geschoolde werknemers heeft. Er zijn drie doelgroepen:

  • leerlingen of studenten met een opleiding in sectoren waar tekorten aan gekwalificeerd personeel dreigen te ontstaan of al bestaan;
  • kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt die kampen met veel jeugdwerkloosheid;
  • wetenschappelijk personeel waar de Nederlandse kenniseconomie grote behoefte aan heeft.

7.1.2 Budget

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft voor deze subsidieregeling tot 2023 jaarlijks miljoenen euro’s beschikbaar. Het budget wordt jaarlijks verdeeld over vier onderwijscategorieën.

Onderwijscategorieën

studiejaar

Voor het studiejaar 2019/2020 is de verdeling als volgt:

  • € 196,8 miljoen voor het mbo;
  • € 3,1 miljoen voor het hbo;
  • € 2,8 miljoen voor promovendi en technologisch ontwerpers in opleiding (toio’s);
  • € 1,3 miljoen voor het vmbo, voortgezet speciaal onderwijs (vso) en praktijkonderwijs (pro).

subsidie­bedrag

Het is helaas niet mogelijk om, bijvoorbeeld bij veel aanvragen, deze bedragen te verhogen. Het totale bedrag wordt verdeeld over alle goedgekeurde aanvragen. Daar is ook per individuele aanvraag een maximaal subsidiebedrag aan verbonden. Dat staat op € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplek en is verder afhankelijk van de hoeveelheid tijd (gerekend in weken) die u in de begeleiding heeft gestopt. U leest meer hierover in paragraaf 7.1.4.

Extra subsidie voor seizoenswerkers

seizoenswerk

bovenop

Het ministerie van SZW start dit jaar met een nieuwe subsidieregeling voor het stimuleren van leven lang ontwikkelen voor het mkb (zie paragraaf 7.3.). Er gaat in totaal jaarlijks ruim € 49 miljoen naar deze stimuleringsregeling. Een deel daarvan voegt het ministerie van OCW toe aan het budget van de subsidieregeling praktijkleren. Dat betekent dat de tegemoetkoming vanuit deze regeling omhooggaat. Maar alleen werkgevers uit de drie sectoren met veel seizoenswerk (landbouw, horeca en recreatie) zullen extra subsidie ontvangen voor het aanbieden van BBL-plekken. Dat extra subsidiegeld komt bovenop het subsidiebedrag dat werkgevers nu al kunnen ontvangen op grond van de subsidieregeling praktijkleren. Wat de extra miljoenen voor een individuele werkgever zullen betekenen, zal in de loop van dit jaar duidelijk worden.

7.1.3 Leerwerktrajecten

leerlingen

jong talent

Bij een leerwerktraject snijdt het mes aan twee kanten. Voor leerlingen, maar net zo goed voor werknemers die op een dood spoor terecht dreigen te komen, levert het een mooie kans om een baan te bemachtigen. Leerlingen komen in zo’n traject in aanraking met de praktijk, terwijl ze nog een deel van de tijd op school zitten. Voor u als aanbieder van een leerwerktraject kan het een manier zijn om jong talent binnen te halen en om huidige werknemers in hun kennis beter te laten aansluiten op wat er in uw organisatie nodig is.

Verschillende leerwerktrajecten

BBL-traject

BOL-traject

Al een aantal jaren bestaan er twee soorten leerwerktrajecten: de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Het verschil tussen deze twee zit in de verhouding tussen stage en werk en in de hoeveel onderwijs die ze nog volgen. BOL-leerlingen zijn vaak op school en lopen één tot drie dagen stage per week, BBL-leerlingen zijn juist vier dagen bij een werkgever aan het werk en hebben maar één schooldag per week. In de subsidieregeling praktijkleren is het niet mogelijk om voor BOL-trajecten subsidie aan te vragen. Dat kan wel voor BBL-trajecten, omdat daar de nadruk heel duidelijk bij werken in de organisatie ligt.

Een erkend leerbedrijf biedt kwaliteit

samenwerking

Om leerwerktrajecten aan te mogen bieden, moet u een gecertificeerd leerbedrijf zijn. Scholen mogen alleen met deze organisaties samenwerken. U kunt zich als werkgever hiervoor aanmelden door uw organisatie te registreren bij de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Nog belangrijker is de kwaliteit van de begeleiding die uw organisatie leerlingen kan bieden. Het is de bedoeling om leerlingen goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Dat lukt niet als de opleiding te specifiek gericht is op vaardigheden die hij alleen in het leerbedrijf kan inzetten. Daarom zitten er altijd algemene eisen aan de opleiding die een leerbedrijf aanbiedt.

7.1.4 Voorwaarden

onderwijs­categorie

Als u een praktijk- of werkleerplaats aanbiedt en voor de subsidieregeling praktijkleren in aanmerking wilt komen, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden verschillen per onderwijscategorie (zie paragraaf 7.1.2). Met de checklist op rendement.nl/salarisdossier kunt u controleren of u aan alle voorwaarden voldoet.

Periode van begeleiding

registratie

begindatum

einddatum

Bij het toekennen van subsidie is vooral de periode (aantal weken) waarin daadwerkelijk praktijkbegeleiding heeft plaatsgevonden cruciaal. Controleer daarom per persoon:

  • de aan- en afwezigheidsregistratie voor de daadwerkelijk start- en einddatum van de praktijkvorming of het onderzoek;
  • de begin- en einddatum van de (werkleer of praktijk)overeenkomst. Begint de begeleiding later dan afgesproken in de overeenkomst? Vul dan de eerste begeleidingsdag in als begindatum. Stopt de begeleiding eerder dan afgesproken in de overeenkomst? Vul dan de laatste begeleidingsdag in als einddatum. In alle andere gevallen vult u de datum in die is afgesproken in de overeenkomst. Let op: u krijgt geen subsidie voor de weken begeleiding die buiten een schooljaar vallen!

Aanvragen na afloop

eerder stoppen

controleren

De aanvraag voor subsidie kunt u indienen na afloop van de opleiding van het studiejaar waarin de begeleiding heeft plaatsgevonden. Op deze manier blijkt uit de aanvraag precies hoe die begeleiding is verlopen. Als bijvoorbeeld de begeleiding eerder stopt dan in de overeenkomst die de leerling en u vooraf hebben ondertekend, staat dat in de aanvraag. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hoeft dus niet achteraf te controleren of alles wel zo is gegaan als gepland. Voor het lopende studiejaar 2019-2020 kunt u pas na afloop een aanvraag indienen. Daar zit een deadline aan: de aanvraag moet wel voor 15 september 2020 binnen zijn.

Administratie

ondertekenen

leerdoelen

RVO.nl voert steekproefsgewijs controles uit. Daarom is het van belang dat uw administratie op orde is. Per leerling of student moet u beschikken over:

  • een geldige overeenkomst die door u, de school en de werknemer is ondertekend en waaruit blijkt hoe de begeleiding heeft plaatsgevonden en welk deel van de leerdoelen, kwaliteiten en kwalificaties in de beroepsvorming zijn behaald;
  • aanwezigheidsadministratie in uw organisatie;
  • administratie waarmee u de voortgang, de begeleiding en de manier waarop het deel van de leerdoelen, kwalificaties en kwaliteiten van de beroepsvorming is behaald, aantoont (zoals verslagen van beoordelingsgesprekken);
  • een kopie van het diploma.