U bent hier

1.2 Basiseisen contract arbodienst

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: juni 2017

initiatief

De vernieuwde Arbowet stelt de eis dat er een schriftelijk contract komt voor arbodienstverlening dat uit een aantal vaste onderdelen bestaat. Na 1 juli 2017 moeten de werkgever en arbodienstverlener goede afspraken maken en deze vastleggen. Het initiatief voor deze wettelijke eis ligt bij de arbodienst, maar de werkgever én ondernemingsraad hebben daarin een belangrijke controlerende rol. Niet voor niets heeft de OR instemmingsrecht op het arbocontract.

Hoewel het initiatief voor het arbocontract bij de arbodienst ligt, moet uw organisatie ermee akkoord gaan. De OR speelt daarin een belangrijke rol. Zit u niet zelf in de OR, vraag dan hoe hij hiermee omgaat en waarop hij let.

second ­opinion

klachten­procedure

De belangrijkste nieuwe eisen die de Arbowet per 1 juli stelt aan het basiscontract met de arbodienst:

  • hoe de vrije toegang voor de bedrijfsarts tot de werkplek is geregeld;
  • hoe werknemers gebruik kunnen maken van hun recht op een second opinion;
  • hoe de arbodienstverlener of bedrijfsarts zijn wettelijke taken kan uitvoeren;
  • hoe de preventie-advisering van de bedrijfsarts in de organisatie is geregeld;
  • hoe het overleg met de preventiemedewerker en de ondernemingsraad zijn geregeld;
  • hoe de bedrijfsarts of arbodienst omgaat met klachten: verzeker u dat er een klachtenprocedure is;
  • hoe de bedrijfsarts omgaat met de meldingsplicht voor beroepsziekten.

Er geldt een overgangsregeling voor de eis rond het basis­contract met de arbodienst, waardoor een lopend contract niet direct aangepast moet worden. Die regeling geldt tot 30 juni 2018. Per 1 juli 2018 moet uw contract met de arbodienst dus voldoen aan de wet.

Instemmingsrecht op arbocontract

WOR

overeenstemmingsrecht

Het contract valt onder het instemmingsrecht van artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Ook de keuze voor een (nieuwe) arbodienst valt onder het instemmingsrecht van de OR. Logisch, want een nieuwe arbodienst betekent ook een nieuw contract. Kiest de werkgever er liever voor om geen arbodienst in de arm te nemen, maar het zelf te regelen? Dan heeft de ondernemingsraad geen instemmingsrecht, maar overeenstemmingsrecht. Die bevoegdheid heeft de kracht van een vetorecht: de werkgever kan er niet tegen in beroep gaan. Bij het instemmingsrecht kan de werkgever dat wel. Hierover leest u meer in hoofdstuk 2.

Hulp nodig bij het begrijpen van de keus tussen de maatwerk- of vangnetregeling en meer weten over de rol van uw OR? Ga naar rendement.nl/arbodossier en download de tool ‘Maatwerkregeling versus vangnetregeling’.

1.2.2 Uitwerking onderdelen in contract

schriftelijk ­contract

Vanaf 1 juli verplicht artikel 14 lid 4 van de Arbowet het schriftelijke contract met daarin alle afspraken en hoe de arbodeskundigen aan de slag kunnen met de verplichtingen in de wet. Stel: in het contract staat dat de dienstverlener een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) opstelt. U legt dan ook vast welk soort deskundige met welke methodiek de risico’s in kaart brengt en hoe de OR en preventiemedewerker van de organisatie daarbij betrokken worden.

Houd het huidige contract tegen het licht en kijk in hoeverre aanpassing nodig is. Vraag of de OR alvast een aangepaste versie kan krijgen. Dat geeft u de tijd om te beoordelen of het nieuwe contract aan de eisen voldoet.

toetsen van RI&E

De onderwerpen die in ieder geval verplicht zijn voor het arbocontract, staan vermeld in artikel 9 lid 3 van de Arbowet, en in artikel 14 en 14a en blijven onveranderd van kracht: denk aan onder meer beroepsziektemeldingen, het toetsen van de RI&E en verzuimbegeleiding.

Verantwoordelijkheid werkgever bij arbozorg

niet altijd goed

onvoldoende ­toegang

Werkgevers hebben de afgelopen jaren steeds meer verantwoordelijkheden gekregen op het gebied van arbozorg. Dat gaat niet altijd goed, zo heeft slechts 43% van alle organisaties in Nederland een preventiemedewerker aangesteld, terwijl dit wettelijk verplicht is. Onderzoek van de Sociaal-Economische Raad (SER) uit 2014 liet ook zien dat te weinig organisaties een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) hebben, terwijl dat wettelijke verplicht is. Verder bleken veel werknemers onvoldoende toegang te hebben tot een bedrijfsarts. Dat was onder meer aanleiding tot wijziging van de Arbowet.

beroepscodes

Meer dan de eisen genoemd in paragraaf 1.2 (artikel 9 lid 3 van de Arbowet) noemt de wet niet. Wel geeft de wet aan dat de arbo­dienstverlener en organisatie samen verdere afspraken moeten maken én vastleggen in het contract. Dat geeft een overeenkomst die voor de arbodienstverlener verantwoord is, voor de organisatie passend en voor de werknemers en OR duidelijk. De arbodeskundigen hebben normen en beroepscodes; dat helpt met de contractvoorstellen.

1.2.3 Vertrouw op de juiste deskundigen

Het werk van arbodeskundigen draait om kennen en vertrouwen. Een preventiemedewerker die de werkprocessen van en verhoudingen binnen de organisatie kent, geeft beter advies over passend werk voor een zieke. De leidinggevenden en werknemers nemen bovendien meer aan van zo’n praktijkgerichte deskundige.

medisch ­geheim

Sommige werkgevers veranderen jaarlijks van arbodienstverlener om goedkoper uit te zijn. Het is soms toch slimmer om een contract aan te gaan voor een termijn van vier jaar met één proefjaar. Wilt u vooral lage kosten of kwaliteit die tijd nodig heeft om zich te ontwikkelen?

1.2.4 Eisen aan bedrijfsarts óók in basiscontract

Let op: de bedrijfsarts moet zich houden aan normen, codes en regels, zoals het medisch geheim, de zorgplicht, het bijhouden van vakkennis en de waarden van de beroepsgroep. Deze punten zijn essentieel voor het creëeren van een vertrouwensbasis. De werkgever moet dat regelen in het contract met de arbodienst of bedrijfsarts. Hierover leest u meer in paragraaf 1.4.