5.2 Sensibiliserende stoffen
overgevoeligheid
Sensibiliserende stoffen (allergenen) kunnen een overgevoeligheid veroorzaken via het afweersysteem, een allergie. Door de overgevoeligheid voor deze stoffen kunnen ontstekingsreacties ontstaan die uitgroeien tot allergische aandoeningen. Allergenen kunnen effect hebben op de luchtwegen en op de huid. Dat uit zich bijvoorbeeld in allergisch eczeem, allergische astma, COPD en rhinitis (chronische ontsteking van de bovenste luchtwegen).
Sensibilisatiefase
allergeen
Een allergie ontstaat nooit bij een eerste contact met een stof, maar pas na een tijdje. Deze eerste fase wordt sensibilisatiefase genoemd. Het immuunsysteem raakt als gevolg van het contact met het allergeen overgevoelig (gesensibiliseerd). Bij een volgend contact met dezelfde stof reageert het immuunsysteem abnormaal sterk, waardoor een ontstekingsreactie ontstaat. Of een werknemer een allergie ontwikkelt na blootstelling aan een allergeen is afhankelijk van de mate van blootstelling, de individuele gevoeligheid en de ‘allergene potentie’ – de sterkte van het allergeen. Niet iedereen zal een allergie ontwikkelen. Wel heeft iedereen hier kans op, niemand is immuun. Bij de een duurt het enkele weken, bij de ander enkele jaren.
Drempelwaarde
zo laag mogelijk
Sensibiliserende stoffen zijn stoffen zonder veilige drempelwaarde, waarbij men zich af zou moeten vragen of het gebruik strikt noodzakelijk is. Als uw werkgever ze niet kan vervangen, moet hij naar een zo laag mogelijk blootstellingsniveau streven.
Bakkersastma en kapperseczeem
omscholen
Een bekend voorbeeld van de werking van allergenen is de bakker die wordt blootgesteld aan meelstof en hierdoor bakkersastma ontwikkelt. Een andere beroepsgroep die last kan krijgen zijn kappers. Zij kunnen kapperseczeem ontwikkelen door stoffen in haarverf. Het nadeel van sensibilisatie is dat een werknemer niet meer met een bepaalde stof kan werken als hij er eenmaal een allergie voor heeft ontwikkeld. De werknemer moet zich dan (laten) omscholen naar een ander beroep.