3.3 Nieuwe rechten en plichten
Volgens de Sociaal-Economische Raad (SER) is de rol van de preventiemedewerker klein en is er onvoldoende aandacht voor preventie, terwijl preventief beleid juist ziekteverzuim kan voorkomen. Om de betrokkenheid van organisaties bij preventie en de preventiemedewerker te bevorderen, zijn de OR en de werkgever per 1 juli 2017 wettelijk verplicht om samen een preventiemedewerker te kiezen. De preventiemedewerker moet dan ook een centrale rol gaan spelen bij het vormen van goede werkomstandigheden. Dit doet hij door veiligheids- en gezondheidsrisico’s in de organisatie bespreekbaar te maken en mee te denken over hoe deze risico’s voorkomen en beperkt kunnen worden.
De preventiemedewerker adviseert in de praktijk regelmatig arbodienstverleners en werkt dus ook met ze samen. Dit is straks zelfs wettelijk verplicht.
Andere rechten werknemer
De wijzigingen van de Arbowet hebben naast de invoering van het instemmingsrecht op de preventiemedewerker andere gevolgen voor de werknemer. Zo heeft de werknemer:
- het recht op een second opinion. Een werknemer mag, op kosten van de werkgever, zelf een second opinion vragen bij een andere bedrijfsarts;
- vrije toegang tot een bedrijfsarts. Een werknemer mag de bedrijfsarts altijd benaderen als hij vragen heeft over zijn eigen gezondheid in relatie tot zijn werk, omdat hij bijvoorbeeld klachten heeft. Hij hoeft hiervoor niet al ziek te zijn of toestemming van u te vragen;
- het recht op een andere bedrijfsarts. U moet ervoor zorgen dat in het contract met een arbodienstverlener een klachtenprocedure is opgenomen. Heeft een werknemer klachten, dan moet voor hem duidelijk zijn hoe hij die kan uiten en hoe hij een verzoek kan indienen om een andere bedrijfsarts in te schakelen;
- recht op overleg met de bedrijfsarts als de bedrijfsarts dit wenst. De arts kan zo’n overleg wensen om inzicht te krijgen in uw arbobeleid.