11. Gemoedsbezwaarden
Het kan zijn dat er werknemers in uw onderneming zijn die vanwege hun levensovertuiging principiële bezwaren hebben tegen elke vorm van verzekeren. Dit kan ook voor de werkgever zelf het geval zijn. Bij zulke zogeheten gemoedsbezwaren is (gedeeltelijke) ontheffing van de verplichtingen op grond van de sociale verzekeringen mogelijk. Dat heeft soms ook gevolgen voor de af te dragen loonheffingen!
spaartegoed
Een gemoedsbezwaarde werknemer of werkgever kan bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een formulier ‘Verklaring gemoedsbezwaren’ indienen. Hiermee verzoekt hij om ontheffing voor de volksverzekeringen en/of werknemersverzekeringen. Als de SVB een ontheffing wegens gemoedsbezwaren afgeeft, staat daarin vermeld voor welke verzekeringen de ontheffing precies geldt.
Qua volksverzekeringen is ontheffing mogelijk voor één of meer verzekeringen, qua werknemersverzekeringen alleen voor álle verzekeringen. Er bestaat geen aparte ontheffing voor de ZVW, maar een ontheffing voor de volksverzekering WLZ geldt automatisch ook voor de ZVW.
betrokken instanties
De SVB geeft de ontheffingsgegevens door aan een aantal betrokken instanties, zoals de Belastingdienst (vanwege de premie- en bijdragevervangende belasting), het CAK (voor de ontheffing voor de Wet langdurige zorg (WLZ) en Zorgverzekeringswet (ZVW)) en UWV (voor de ontheffing voor de werknemersverzekeringen). De SVB houdt een spaartegoed aan met premievervangende loonbelasting, waaruit gemoedsbezwaarden een AOW-uitkering kunnen ontvangen. Het CAK houdt een spaartegoed aan met bijdragevervangende loonbelasting. Gemoedsbezwaarden kunnen voor hun zorgkosten een beroep doen op dit spaartegoed.