3.4 Toerekening bij een samenwerkingsverband
toerekening
verdeling
verdeelsleutel
Als uw onderneming deel uitmaakt van een samenwerkingsverband, zoals een vof of maatschap, roept de toerekening van investeringen aan de diverse firmanten of vennoten soms vragen op. Om bijvoorbeeld de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek vast te stellen moet u kijken naar de totale investering van het samenwerkingsverband en niet naar de investering van elke onderneming afzonderlijk. De firmanten of vennoten mogen in principe vervolgens zelf uitmaken hoe zij de investering onderling verdelen, als deze verdeling ‘redelijk’ is. Voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek gelden de volgende voorwaarden:
- alle firmanten/vennoten verdelen volgens hetzelfde criterium;
- de verdeling vindt plaats op redelijke basis (zie onderstaand kader);
- de verdeling geldt voor alle vormen van investeringsaftrek;
- de verdeling geldt voor alle vennootschappelijke investeringen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband;
- bij de berekening van de desinvesteringsbijtelling mag u niet van een andere verdeling uitgaan dan bij de investeringsaftrek is gebruikt (zie ook hoofdstuk 8);
- u dient een gezamenlijk verzoek in waarin de verdeelsleutel is opgenomen en waarin u akkoord gaat met de voorwaarden voordat de aanslag IB of VPB van één van de deelnemers aan het samenwerkingsverband definitief vaststaat.
Wat is een redelijke verdeling?
stille reserves
De Belastingdienst beoordeelt of sprake is van een redelijke verdeling. Zo kunt u denken aan een verdeling volgens:
- kapitaalverhouding;
- aandelen in de stille reserves;
- aandelen in de winst;
- gelijke delen.
In de praktijk wordt vaak aangesloten bij het winstaandeel per firmant of vennoot.