3.1 De definitieve investeringsverplichting
drempels
Bij alle vormen van investeringsaftrek – of het nu gaat om de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) of de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) – is van belang op welk moment u de definitieve investeringsverplichting aangaat. In dát jaar heeft u namelijk recht op de investeringsaftrek. Bedenk hierbij dat er bepaalde drempels voor de faciliteiten gelden en dat u álle voor aftrek in aanmerking komende investeringen in een jaar bij elkaar moet optellen. Als u daarbij een bepaalde drempel overschrijdt, kunt u de aftrek geheel mislopen. Zie voor de investeringsaftrek uitgebreider hoofdstuk 7 hierna.
Het is niet toegestaan een investering in een bedrijfsmiddel niet te laten meetellen voor de investeringsaftrek als u op die manier onder een bepaalde drempel blijft.
Voorbeeld
aftrekpost
Veeteeltbedrijf J.P. Koevanger wil een oude winterschuur vervangen. Hiervoor maakt eigenaar Johan Koevanger een bedrag van € 175.000 vrij. Via de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) geniet hij een extra fiscale aftrekpost van € 10.300 (2016). Omdat hij ook wil investeren in een nieuwe melkmachine van € 145.000, dreigt hij de aftrek echter net mis te lopen. Boven de € 311.243 is het aftrekpercentage namelijk 0% (2016). Koevanger doet er slim aan de investering in de melkmachine vooruit te schuiven naar een volgend fiscaal jaar.
Minimuminvesteringsbedragen
aankoop- bedrag
Voor bedrijfsmiddelen met een aankoop- of investeringsbedrag van minder dan € 450 (exclusief BTW) kunt u geen kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) claimen. Het aankoopbedrag mag u in het jaar van aankoop in één keer afschrijven. Voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de energie-investeringsaftrek (EIA) is het minimale investeringsbedrag € 2.500 per bedrijfsmiddel.