U bent hier

Onderneming & Administratie
…
Investeren en innoveren3. Het investeringsmoment
Voor Onderneming & Administratie

3. Het investeringsmoment

Dit hoofdstuk is eerder verschenen in Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: juni 2016

Bij een investering in bedrijfsmiddelen is het zaak u vooraf goed te verdiepen in de investeringsfaciliteiten waarmee de overheid u tegemoetkomt. Elke investering beïnvloedt uw liquiditeit, ongeacht of u deze uit eigen middelen of via een externe partij financiert. Simpel gesteld: u kunt uw geld maar één keer uitgeven. Slim besteed, levert uw investering een maximale aftrekpost op.

uitstel

Bij alle fiscale faciliteiten speelt het investeringsmoment een cruciale rol. Het maakt uit op welk tijdstip en daarmee in welk fiscaal jaar u een investeringsverplichting aangaat. Soms kan uitstel naar een volgend fiscaal jaar financieel gunstiger uitpakken. Alle reden in dit hoofdstuk aandacht te besteden aan dit moment.

3.1 De definitieve investeringsverplichting

Bij alle vormen van investeringsaftrek – of het nu gaat om de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) of de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) – is van belang op welk moment u de definitieve investeringsverplichting aangaat. In dát jaar heeft u namelijk...

3.2 Tijdstip van in gebruik nemen

Als u het bedrijfsmiddel waarin u investeerde vóór het einde van het jaar binnen uw onderneming in gebruik neemt, kunt u in dat jaar de investeringsaftrek toepassen. Neemt u het bedrijfsmiddel in het jaar van de investering echter nog niet in gebruik, dan is het voor uw aftrekrecht van belang op welk tijdstip u betaalde. Bij bedrijfsmiddelen die...

3.3 Uitgesloten bedrijfsmiddelen

Voor bedrijfsmiddelen die voor meer dan 70% ter beschikking zijn gesteld aan derden (zoals bij verhuur) geldt dat u geen recht heeft op investeringsaftrek. Er geldt echter één uitzondering: bij onderlinge verhuur binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. U mag dus wél investeringsaftrek opvoeren als de ene dochtermaatschappij een...

3.4 Toerekening bij een samenwerkingsverband

Als uw onderneming deel uitmaakt van een samenwerkingsverband, zoals een vof of maatschap, roept de toerekening van investeringen aan de diverse firmanten of vennoten soms vragen op. Om bijvoorbeeld de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek vast te stellen moet u kijken naar de totale investering van het samenwerkingsverband en niet naar de...