U bent hier

Onderneming & Administratie
Bedrijfsimago3. Online bedrijfsimago: ­inzet van social media3.2 Communicatiestrategie

3.2 Communicatiestrategie

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: december 2024

promotie

kern

Binnen de marketingmix valt het gebruik van social media onder de P van promotie. Dit betekent dus dat het gebruik moet passen in de (marketing)communicatiestrategie van uw onderneming. Als het goed is, heeft u deze opgesteld door eerst te kijken naar de ondernemingsstrategie: de missie en visie van uw onderneming (zie ook hoofdstuk 1). Op basis hiervan heeft u de marketingstrategie bepaald, en deze heeft weer geleid tot een communicatiestrategie met een centrale boodschap, doelgroepen en een mediamix. Probeer de kern van de communicatiestrategie op papier te krijgen: doelgroepen, stand van zaken per doelgroep, doelstellingen en centrale boodschap.

3.2.1 Doelgroep

Welke doelgroepen staan centraal in uw communicatiestrategie? Richt u zich op mannen of vrouwen, jongeren of ouderen, hoogopgeleiden of laagopgeleiden, beslissers of juist niet? Dat moet u duidelijk voor ogen krijgen.

3.2.2 Doelstellingen

interactie met de doelgroep

Een activiteit op social media is over het algemeen bedoeld om interactie te krijgen met de doelgroep. Als dat lukt, wekt u emoties op: mensen voelen zich betrokken en ze willen moeite voor uw onderneming doen.

Aanvulling

traditionele media

Stel uzelf de vraag met welk doel u communiceert en ga na of u op dit moment de juiste sociale netwerken inschakelt om dat te bereiken. Is dat bijvoorbeeld ‘informeren’ of ‘kennis delen’? Dan kunt u het beste de focus leggen op traditionele media zoals commercials, advertenties, persoonlijke (nieuws)brieven en ­e-mail. Social media kunt u dan goed gebruiken als aanvulling hierop. Ieder sociaal platform (zie ook paragraaf 3.1) heeft zo zijn eigen karakter. Wees u hiervan bewust. Als u de verkeerde keuze maakt, loopt u namelijk kansen mis.

Het gebruik van social media is tegenwoordig steeds belangrijker. Daar zit ook een risico in, want het kan uw onderneming ook schaden. Zorg daarom voor social­mediabeleid of een gedragscode. Op rendement.nl/fadossier vindt u een gedragscode voor social media.

3.2.3 B2B of B2C

verschillen

De exacte invulling van de strategie hangt af van het product en de markt; er zijn bijvoorbeeld grote verschillen tussen communicatie op het gebied van business-to-business (B2B) en business-to-consumer (B2C). Die verschillen zijn van belang voor de manier van communiceren op social media.

B2B

versterken van de relatie

Ondernemingen die in de B2B-markt opereren, hechten veel belang aan het versterken van de relatie tussen de onderneming en de afnemer. Hierbij is de website van groot belang: klanten willen orders bijvoorbeeld via de website kunnen plaatsen. Gerichte content op social media moet er dus voor zorgen dat uw onderneming leads aantrekt.

B2C

In de B2C-markt staat uw onderneming voor de opgave om contacten te onderhouden met een groot aantal verschillende klanten. Maatwerk is veel te duur. De klassieke communicatiemiddelen reclame en advertenties zijn vormen van massacommunicatie waarmee uw onderneming een groot aantal klanten bereikt. Het nadeel van het gebruik van deze communicatiemiddelen is dat uw onderneming niet echt communiceert: de uitingen schreeuwen om de aandacht van de consument, die al geconfronteerd wordt met een duizelingwekkende hoeveelheid reclame-uitingen per dag. Terugkoppeling (feedback) vindt daarbij nauwelijks plaats. In dat geval zijn social media meer gericht op een groot bereik en de merkwaarde van uw onderneming.

Service ook buiten kantooruren

kunstmatige intelligentie

Afnemers in beide markten (B2B en B2C) verwachten steeds vaker dat zij ook buiten kantooruren service kunnen krijgen. In plaats van dat de klant de telefoon pakt om een vraag te stellen, gebeurt dat steeds vaker via snelle social media als X of WhatsApp. Daarnaast zetten ondernemingen slimme chatbots en kunstmatige intelligentie (AI) in voor het eerste klantcontact (zie ook hoofdstuk 7). Het is daardoor mogelijk om 24/7 klantvragen te beantwoorden zonder de inzet van werknemers. Bij complexe vragen is meestal nog wel de inzet van een werknemer nodig.