3.1 Erfopvolging
ouders
De vererving vindt plaats op basis van de onderstaande lijn van bloed- en aanverwanten:
- Groep 1: de echtgenoot of geregistreerd partner (niet van tafel en bed gescheiden) en de kinderen;
- Groep 2: ouders, broers, zussen;
- Groep 3: grootouders;
- Groep 4: overgrootouders.
halfbroer en -zus
Ouders krijgen elk minimaal een kwart van de erfenis van de overledene. Halfbroers en zussen erven de helft van wat volle broers en zussen erven.
Plaatsvervulling
kleinkind
Als er in geen van de hiervoor genoemde groepen erfgenamen in leven zijn, vervalt de erfenis uiteindelijk aan de staat. Voordat de erfenis aan de staat vervalt, mag er ook nog worden gekeken of er bloedverwanten in de plaats kunnen komen van de hiervoor genoemde groepen. Dit wordt plaatsvervulling genoemd. Kleinkinderen erven bijvoorbeeld in de plaats hun ouders als deze al zijn overleden. In groep 2 erven de (klein) kinderen van de broers en zussen door plaatsvervulling, als hun vader of moeder al is overleden. De gezamenlijke kinderen treden dus in de plaats van een erfgenaam die vóór de erflater is overleden.
Verwerping
onterven
onwaardig
Plaatsvervulling kan ook aan de orde zijn als een erfgenaam onwaardig is, onterfd is of de erfenis heeft verworpen. Als een kind zijn aanspraak op de nalatenschap van zijn ouder verwerpt, gaat dit erfdeel naar de kinderen van dit kind. Een erfgenaam is onwaardig om te erven als hij als (mede) dader of medeplichtige schuldig is bevonden aan een misdrijf dat de dood van de erflater heeft veroorzaakt.
Aangetrouwden
Zonder testament kunnen aangetrouwde familieleden, zoals schoonfamilie of stiefkinderen nooit meedelen in de erfenis als erfgenaam. Dit is alleen voorbehouden aan de echtgenoot en de bloedverwanten.