3.2 Wettelijke verdeling
Als de overledene een echtgenoot en ten minste één kind achterlaat, bepaalt de wet de manier waarop de nalatenschap wordt verdeeld. Alle bezittingen gaan dan naar de langstlevende echtgenoot of echtgenote onder de verplichting om de schulden voor zijn of haar rekening te nemen.
3.2.1 Vordering kind op langstlevende ouders
erfdeel
faillissement
De kinderen krijgen hun erfdeel in de vorm van een niet-opeisbare vordering op de langstlevende ouder. Deze vordering is door de kinderen alleen op te eisen:
- bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot;
- bij een faillissement of schuldsanering van de langstlevende echtgenoot.
Door deze wettelijk vastgestelde verdeling is de langstlevende echtgenoot zo goed mogelijk beschermd tegen de aanspraken van de kinderen en kan hij of zij gewoon doorleven.
Wilsrechten
hertrouwen
bloot eigendom
overbedelingsvordering
stiefouder
Om in bepaalde situaties ook zekerheid aan de kinderen te geven, zijn er voor hen zogenoemde wilsrechten in de wet opgenomen. Deze wilsrechten kunnen zij inroepen op het moment dat de langstlevende partner hertrouwt of als de langstlevende partner niet de ouder is van de kinderen. Het gaat om de volgende situaties en wilsrechten:
- Als de langstlevende ouder gaat hertrouwen, kan het kind vragen om het bloot eigendom van goederen uit de nalatenschap. Dit verzoek moet het kind doen op het moment dat de ouder aangifte doet van het voorgenomen huwelijk.
- Als de langstlevende ouder is hertrouwd en vervolgens komt te overlijden, kan het kind het vol eigendom van goederen die tot de nalatenschap van zijn eerst gestorven ouder behoorden, als betaling van zijn overbedelingsvordering opeisen.
- Als de langstlevende ouder is hertrouwd en daarna komt te overlijden met toepassing van de wettelijke verdeling, kan het kind om de bloot eigendom van goederen die tot de nalatenschap van de langstlevende ouder behoorde vragen.
- Overlijdt vervolgens ook de stiefouder, dan kan het kind bij de erfgenamen van de stiefouder het vol eigendom van goederen die tot de nalatenschap van de langstlevende ouder behoorden opeisen.
Als u niet wilt dat uw kinderen de wilsrechten kunnen uitoefenen, moet u dit in een testament bepalen.
3.2.2 Wettelijke rechten langstlevende partner
woning
samenwonen
vruchtgebruik
Het lijkt alsof de langstlevende na het overlijden van zijn partner goed beschermd onverstoord kan doorleven. Dit is echter alleen het geval als de langstlevende erfgenaam is. Is de langstlevende in een testament onterfd, dan heeft hij nog recht op de wettelijke rechten. Het gaat om deze rechten:
- De onterfde langstlevende heeft het recht op voorzetting van de bewoning van de voormalige echtelijke woning en recht op het gebruik van de inboedel gedurende maximaal zes maanden. Dit geldt ook voor de met de erflater samenwonende partner met wie een duurzame gemeenschappelijk huishouding werd gevoerd.
- Het recht van vruchtgebruik van de woning en inboedel voor zover hiermee aan de verzorgingsbehoefte van de langstlevende echtgenoot wordt voldaan.
- De langstlevende echtgenoot kan op andere bezittingen het vruchtgebruik claimen, als hij bij de kantonrechter aantoont dat hij dit nodig heeft voor zijn verzorging.
Als de erfgenamen bij de kantonrechter aannemelijk maakt dat dit vruchtgebruik niet noodzakelijk is voor verzorging, vervalt dit recht.
3.2.3 Sommen ineens en overdracht van vermogen
onderhoudsverplichting
Naast de hierboven genoemde wilsrechten voor de kinderen en de wettelijke rechten voor de langstlevende partner zijn er nog een aantal wettelijke regelingen ter bescherming van onder andere de kinderen. Zo bevat de wet een regeling voor sommen ineens. Dit zijn bedragen:
- wegens onderhoudsverplichtingen naar kinderen jonger dan 21 jaar;
- voor de vergoeding voor arbeid die afstammelingen en aanverwanten hebben verricht voor de overledene waar zij geen passende vergoeding voor hebben ontvangen. Het betreft arbeid die gedurende de meerderjarigheid is verricht in het huishouden of de onderneming van de overledene.
Tot slot biedt de wet een (stief)kind of de langstlevende partner de mogelijkheid om bij de kantonrechter een verzoek te doen om de onderneming over te nemen tegen een redelijke prijs, als zij dit niet op basis van het wettelijk erfrecht of een testament verkrijgen.