8.4 Integrale en partiële controles
geldsteekproef
Bij een controle van de BTW en de loonheffingen wordt vaak gebruikgemaakt van een zogenoemde geldsteekproef. Hierbij controleert de fiscus steekproefsgewijs de facturen van een bepaald jaar. Het foutpercentage dat de dienst aantreft hanteert hij dan als maatstaf voor de complete aangifte van de betreffende periode. Bovendien kan hij besluiten om op grond van het foutpercentage tot vijf jaar terug een naheffing op te leggen. De bewijslast ligt in dit geval bij u.
Bewijslast
boekhoud-systeem
De fiscus moet u in de gelegenheid stellen om aan te tonen dat de steekproef niet representatief is voor uw boekhouding. U moet de fiscus informatie verschaffen over de wijze waarop en het (boekhoud)systeem waarmee u de informatie in uw administratie verwerkt. De fiscus mag door elektronische documenten scrollen, kopieën en afdrukken maken van de informatie op of de inhoud van gegevensdragers. De informatie moet wel van belang zijn voor de belastingheffing. Zo kunt u verslagen van functioneringsgesprekken, ziekmeldingen en andere vertrouwelijke informatie, achterhouden bij het overhandigen van de personeelsdossiers.