3.2 OR als aanjager van milieubeleid
proactief
Het onderwerp milieu moet als het ware in het DNA van de OR-leden komen. De OR moet niet alleen reactief (bijvoorbeeld bij advies- of instemmingsaanvragen) rekening houden met het milieu, maar vooral ook proactief aan de slag. Bedenk bij elk vraagstuk wat de gevolgen kunnen zijn voor het milieu, maar kijk ook kritisch in uw organisatie naar wat er milieutechnisch beter kan. Vervolgens kan uw OR die bewustwording ook bij uw bestuurder en uw achterban vergroten.
3.2.1 Een goede start
informatie
Zorg ervoor dat uw OR een heldere visie heeft op het milieu. Breng daarom eerst in kaart hoe groot de milieubelasting van uw organisatie is. Uw bestuurder moet uw OR desgevraagd alle informatie op dit gebied geven die u hierbij nodig heeft (artikel 31 WOR). Uit deze gegevens kunt u afleiden waar ruimte zit voor verbetering. In paragraaf 2.3 heeft u kunnen lezen over een aantal meetinstrumenten, zoals de CO2-prestatieladder.
Ontlasten
Inventariseer ook welke ideeën uw achterban heeft om het milieu (meer) te ontlasten. Werknemers weten hoe het er op de werkvloer aan toe gaat en hebben misschien goede ideeën over welke processen milieuvriendelijker kunnen.
OR helpt bij duurzaamheidsbeleid
circulariteit
Bij ingenieursbureau Royal HaskoningDHV is de OR nauw betrokken bij het duurzaamheidsbeleid. De missie van de organisatie is ‘Enhancing society together’. Royal HaskoningDHV wil dus bijdragen aan een betere samenleving. De organisatie geeft invulling aan de missie door thema’s als klimaatverandering en circulariteit.
Implementeren
commissaris
De ondernemingsraad en de bestuurder hebben samen bekeken hoe de organisatie of een project hieraan bijdraagt. De OR heeft ook geholpen de missie te concretiseren: hoe kan Royal HaskoningDHV de strategie verfijnen en implementeren? Dit kwam tot stand door een goede samenwerking binnen de driehoek van de raad van bestuur, OR en raad van commissarissen.
3.2.2 Belang voor uw bestuurder
imago
Uw bestuurder heeft een belangrijke verantwoordelijkheid bij de keuzes die hij maakt in het duurzaamheidsbeleid. Een goed argument dat uw OR kan gebruiken om uw bestuurder te overtuigen: met een goed milieubeleid en energiebesparende maatregelen draagt hij niet alleen bij aan een beter klimaat en milieu, hij kan er vaak ook geld mee besparen. Bovendien levert het uw organisatie een goed imago op, en dat is ook nooit weg in de huidige krappe arbeidsmarkt! En hier ligt ook een directe relatie met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van een organisatie (MVO).
MVO
gelijke behandeling
MVO staat voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit betekent dat uw organisatie de verantwoordelijkheid neemt voor de effecten die de bedrijfsactiviteiten hebben op de omgeving. Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen houdt uw organisatie rekening met mens, dier, milieu en maatschappij. Er wordt ook wel gesproken over ‘people, planet, profit’. Organisaties kunnen op veel verschillende manieren maatschappelijk verantwoord ondernemen. Denk aan: het verminderen van de CO2-uitstoot, een gelijke behandeling van mannen en vrouwen, zorgen voor goede arbeidsomstandigheden of bijvoorbeeld het betrekken van uw keten bij MVO.
Wilt u meer informatie over maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals hulpmiddelen, MVO-organisaties en subsidies? Veel informatie vindt u op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl).
3.2.3 Bewustwording in OR
afbakenen
Als uw OR aan de slag wil met het milieubeleid, moet u allereerst werken aan de bewustwording binnen de ondernemingsraad zelf! Het is verstandig om eerst te bepalen waar uw OR zich op wil richten, voordat u met uw bestuurder in gesprek gaat. ‘Milieu’ is namelijk een breed begrip. Er zijn volop raakvlakken met klimaattransitie, MVO en duurzaamheid, maar wat vindt uw OR belangrijk en waar wil uw OR écht werk van maken? Hoe beter u het onderwerp afbakent, hoe gerichter u met uw bestuurder in gesprek kunt gaan en hoe groter de kans op concrete vervolgstappen.
Vraagstuk
standpunt
Een voorbeeld voor een vraagstuk is: ‘hoe kunnen we de CO2-uitstoot verminderen?’ Als uw OR dit als vraagstuk heeft benoemd, is het zaak dat u hierover relevante informatie inwint en uw standpunt bepaalt. Welk doel heeft uw OR? Bij dit proces kan het zogenoemde BOB-model (Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming) ondersteuning bieden (zie het kader op pagina 30).
BOB-model: in drie stappen tot een besluit
praktijk
Veel ondernemingsraden gebruiken het BOB-model om een agendaonderwerp te bespreken. Het model bestaat uit drie fasen: beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming. Hoe kunt u dit model toepassen in de praktijk?
Onderbouwen
###
oordeelsvorming
Stel, uw OR wil de CO2-uitstoot van uw organisatie terugdringen. Volgens het BOB-model kunt u dan als volgt te werk gaan:
- Beeldvorming: welke (feitelijke) informatie is er? Is er bijvoorbeeld ooit een nulmeting gedaan voor de CO2-uitstoot? Welke vragen zijn er binnen uw OR? Welke informatie moet u nog opvragen bij uw bestuurder?
- Oordeelsvorming: daarna kunt u binnen uw OR in discussie over mogelijke oplossingen en de voor- en nadelen. Het is belangrijk om opmerkingen te onderbouwen en open te staan voor andere geluiden. Bijvoorbeeld: er blijkt geen nulmeting te zijn en het lijkt uw OR verstandig om dit wel te doen voor de organisatie.
- Besluitvorming: vervolgens is het zaak om tot een gezamenlijk besluit te komen en daarbij de gevolgen ook goed te overzien. Bijvoorbeeld: uw OR stelt een initiatiefvoorstel op om een CO2-nulmeting te laten doen. Dit maakt inzichtelijk wat de huidige uitstoot is en waar ruimte is voor verbetering. Bovendien maakt een nulmeting de effecten van maatregelen meetbaar.