4.5 Wet Markt en Overheid
Mededingingswet
prijsstelling
De Wet Markt en Overheid (M en O) is opgenomen in de Mededingingswet. Deze wet schrijft gedragsregels voor aan de overheidsinstellingen als zij optreden als ondernemer, om directe of indirecte concurrentievervalsing tegen te gaan. De overheid moet als onderneming een prijs berekenen voor de door haar aangeboden goederen of diensten die minimaal de integrale kosten dekt. De wet schrijft een overheidsorganisatie geen vaste prijsstelling voor, maar wel bepaalde vuistregels voor het berekenen van de prijs. Bijvoorbeeld voor het verzorgen van personenvervoer, groenonderhoud of het aanbieden van cursussen. Verder moet u kunnen beargumenteren waarom bepaalde manieren voor de waardebepaling zijn gehanteerd.
Een overheidsinstelling moet een prijs vaststellen op basis van objectieve gegevens, zoals de kosten. De integrale kosten zijn opgebouwd uit vermogenskosten, afschrijvings- en onderhoudskosten en operationele kosten.
Bevoordeling
Het is de overheid verboden om uw organisatie ten opzichte van private partijen te bevoordelen. Bij de beoordeling of sprake is van bevoordeling spelen drie elementen een rol:
- het direct of indirect toekennen van staatsmiddelen;
- een niet-marktconform voordeel;
- het voordeel moet op basis van selectiviteit tot stand zijn gekomen.
marktconform
Deze regels moeten ervoor zorgen dat de overheid, in die gevallen waarbij zij producten of diensten aan uw organisatie levert, hierbij marktconforme tarieven hanteert.
Handel in data
non-profit-organisaties
In principe zijn non-profitorganisaties niet gebonden aan de wet als zij geen winstoogmerk hebben. Maar als u als overheidsorganisatie economische activiteiten ontplooit waarmee u winst zou kunnen maken, bent u gebonden aan de in deze wet opgenomen regels. Het doet er niet toe of u uiteindelijk wel of geen winst maakt.
Uitzonderingen
integrale kosten
De wet kent enkele uitzonderingen, waarbij de overheid voor bepaalde economische activiteiten niet gebonden is aan deze wet. Deze diensten zijn in het algemeen belang, zoals taken op het gebied van justitie, politie en bijvoorbeeld het verzorgen van de drinkwatervoorziening. Er hoeft dan geen prijs te worden berekend die de integrale kosten dekt. Verder geldt een uitzondering voor het doorberekenen van de integrale kosten bij onderwijs, onderzoek, de publieke omroep en als het de uitvoering van publieke taken verhindert.